Vogels hebben het zwaar zo aan het begin van het jaar. Ze hebben meer energie nodig om het lichaam warm te houden in de kou maar door de korte dagen hebben ze minder tijd om eten te vinden. En als het vriest of sneeuwt wordt voedsel zoeken nog lastiger en is water bevroren.

Daarom kan het volgens Vogelbescherming Nederland geen kwaad om de vogels in je tuin bij te voeren mits je dat op een goede manier doet. Vogelvoer kan bederven en daar worden vogels niet beter van. Bovendien kunnen zieke vogels elkaar sneller besmetten bij een voederplek.

Vogels voeren

Met deze hygiënische vogelvoertips geef je tuinvogels een steuntje in de rug zonder dat je ze van de regen in de drup helpt:

• Geef zoveel eten als op een dag opgaat. Zo voorkom je dat er restjes blijven liggen op de grond of op de voertafel. Als het vogelvoer nat wordt en lang blijft liggen wordt het een vieze bedoening.
• Veeg voerhuisjes, voertafels en silo's met enige regelmaat schoon. In weer en wind kan het voer nat worden. Als de zaden gaan klonteren, moet je ze weggooien.
• Ververs het water in de waterbakken regelmatig.
• Ontsmet de voer- en waterplaats nu en dan met kokend water of een desinfectiemiddel.
• Als het zacht en nat is, kunnen vetbollen en vogelpindakaas bederven. Haal het weg als het vet vies ruikt, er een zwarte of witte waas over komt of als de zaden erin beginnen te kiemen.
• Denk erom de voertafels af en toe te verplaatsen om te voorkomen dat ziekteverwekkers zich ophopen.

Zieke vogels

Heb je zieke of dode vogels in de tuin, stop dan twee weken met bijvoeren. De vogels zitten dicht bij elkaar op een voederplek en lopen zo het risico besmet te worden. Zieke vogels zijn vaak wat suf en niet schuw, ze zitten bol en hebben soms een vieze snavel. Het beste laat je de dieren met rust. Je kunt niet veel voor ze doen en de dierenambulance zal het dier waarschijnlijk niet meenemen vanwege besmettingsgevaar.

Puur natuur

Naast bijvoeren is het uiteraard ook mogelijk je tuin zo in te richten dat er van nature zoveel mogelijk voedsel aanwezig is voor vogels. Bloemen trekken insecten aan en vormen later in het seizoen zaden die als vogelvoer kunnen dienen. Plant struiken en bomen in de tuin die bessen, vruchten of noten geven. In de herfst vormen de afgevallen bladeren schuilplekken waar insecten zich ophouden Een grasveld levert wormen en larven.

Lees ook:

• Zo maak je een ‘restaurant’ voor vogels
• Zo bescherm je vogels tegen katten
• Help de vogels de winter door