Jaap Mekel werkt sinds februari vier uur in de week als wolvenconsulent in Drenthe. Hij is ingehuurd door de provincie Drenthe om advies te geven over wolfwerende rasters en de subsidieregeling daarvoor. Je zou denken dat hij het heel druk heeft, gezien het feit dat er vrijwel dagelijks wolvenaanvallen op schapen zijn in Drenthe. Maar niets is minder waar.
"Er gaan weken voorbij dat ik geen enkele afspraak heb als wolvenconsulent. Ik denk dat schapenhouders in de ontkenning zitten. Ze hebben het idee dat er wel wat aan de wolf wordt gedaan. Ze denken: die wolf is wel weer weg voordat die mijn schapen aanvalt. Ik denk dat dit een verkeerd idee is. Ik ben geen wolvenexpert, maar er zijn nu misschien wel veertig tot vijftig wolven in Nederland. Dat zijn roedels die zich deels zullen voortplanten, maar ze zullen ook uit Duitsland blijven komen. Als er al iets aan wordt gedaan, dan zal dat niet snel gebeuren", zegt Mekel.
Meeste vee onbeschermd
Het valt hem op dat er in Drenthe nog heel veel dieren onbeschermd staan. "Ik heb vandaag 70 kilometer door Drenthe gereden en niet één wolfwerend raster gezien. Ik heb allerlei schapen, paarden en runderen gezien, maar nergens is het voor elkaar."
Gerrit Jan en Geertje Westerhof uit Gees hebben hem wel ingeschakeld. Ze kwamen op dat idee tijdens een praktijksessie voor kleinschalige schapen- en geitenhouders die de wolvencommissie een week eerder had gegeven. "Daar troffen we Jaap en die vertelde dat hij bij ons langs kon komen om advies te geven", zegt Gerrit Jan.
Ze hebben nog geen bezoek van de wolf gehad. "Ik ben gelukkig nog geen schapen kwijtgeraakt. Ik moet er niet aan denken dat je 's ochtends vier of vijf schapen vindt waarvan de ingewanden eruit liggen. Ik heb nu minder schapen en ze staan dichter bij huis. 's Nachts gaan ze allemaal in de schuur. Ik zou mijn schapen liever buiten houden. Dat is goedkoper en beter voor de dieren. Maar dat durf ik niet meer aan", zegt hij.
(Tekst gaat verder onder de video)
Onderste stroomdraad ontbreekt
Het voelt beter om de schapen naast het huis te hebben, vertelt zijn vrouw Geertje. "Het gaf stress en spanning toen de schapen verder weg stonden. Een paar keer per dag ging hij kijken bij de schapen en dan kwam hij opgelucht terug dat ze er nog ongeschonden rondliepen. Als we bij het weiland komen en al die schapen liggen daar aangevreten, dan is het gauw over met het schapen houden. Dus daarom checken we toch maar even bij de wolvenconsulent of we wel een goed hek hebben."
Het hek blijkt nog niet wolfwerend. "U heeft hier gaas van tachtig centimeter hoog met twee stroomdraden erboven. Als er alleen maar gaas is, dan kan de wolf de neiging hebben om eronder door te graven. Er is pas sprake van een wolfwerend hek als er een stroomdraad op maximaal 20 centimeter van de grond hangt", zegt Mekel.
De familie Westerhof gaat zeker met het advies aan de slag. "Ik ga wel zo'n wolfwerend raster laten plaatsen. Ik kan 8.100 euro subsidie krijgen voor een vast hek en daarnaast nog 2.400 euro voor een flexraster. Daar red ik het niet mee, maar het is wel een mooi bedrag om mee te beginnen. Ik wil daar best zelf iets bijleggen", aldus Gerrit Jan.
Gezinsdrama voorkomen
Mekel bezoekt een paar kilometer verderop Robbert Waes in Oosterhesselen. Ook hij was bij de praktijksessie van de wolvencommissie aanwezig. "Onze oudste zoon heeft schapen en de dochters hebben pony's. Die hebben we voor de hobby en niet als voedsel voor de wolf. Het lijkt mij ook niet zo'n fijne gebeurtenis als we 's ochtends bij de dieren komen en er liggen er een aantal aangevreten. Dat zou een soort gezinsdramaatje zijn."
Ook hier is het hek nog niet op orde. "Deze plank zit op 35 centimeter van de grond. Daar kruipt de wolf zo onderdoor. Er moet nog een stroomdraad bij op maximaal twintig centimeter van de grond", vertelt Mekel. De wolvenconsulent erkent dat het lastig is om het onderste draad op de goede hoogte te krijgen, want er hoeft maar een kuiltje in de grond te zitten en dan wordt de hoogte al gauw 25 centimeter. Daar kan de wolf dan weer mogelijk onderdoor.
Weinig keuze
Waes vraagt of hoger dan 1.20 meter beter is, want hij heeft weleens gehoord dat wolven ook kunnen leren springen. Mekel daarover: "Houd het maar op 1.20 meter. Meestal gaat de wolf onderlangs. En reeën kunnen nog over een hek van 1.20 meter heen springen. Die hekken belemmeren al de doorgang voor veel dieren, maar laten we het niet moeilijker voor ze maken dan nodig is om de wolf te weren."
Ook Waes gaat aan de slag met het advies. "Ik ben geen voorstander van de wolf. Maar ik realiseer me dat die hier nu is en dat die waarschijnlijk ook nooit meer weg zal gaan. Van mij had het niet gehoeven, maar het is nu eenmaal zo." Moeten we dan leren leven met de wolf? "Ik denk niet dat we een andere keuze hebben", besluit Waes.