De winde is een karperachtige die in de Drentsche Aa zwemt. Het is één van de soorten 'die we niet kunnen missen'. Drentse natuurorganisaties hebben een memoryspel uitgegeven met het motto 'Om je geheugen op te frissen, deze soorten kunnen we niet missen'.
Het is onderdeel van de campagne De Kracht van Drenthe. Daarin geven zij een indruk van hun werk, de samenwerking die ze aangaan en de impact daarvan. De komende dagen lichten wij tien van de planten- en dierensoorten uit waar Drenthe trots op is en die baat hebben bij natuurbeschermingsmaatregelen.
Rivier
De Drentsche Aa is een van de weinige bekenstelsels waarvan de loop nauwelijks door mensen beïnvloed is. De stroompjes meanderen er lustig op los en trekken bijzondere vissoorten aan die zich juist hier thuis voelen. Door het geringe verval hebben de beken een vrij lage stroomsnelheid. De winde is één van de zes karakteristieke beekvissoorten die in de beek leven, waaronder ook de rivierprik, de kleine modderkruiper en de serpeling.
Voedsel
Het is een vrij algemene soort. Net als een karper heeft de winde of zilverwinde sterke en scherpe keeltanden, waarmee hij stevig voedsel kan vermalen. Het menu bestaat uit dierlijk voedsel waaronder insectenlarven, slakken en mossels. De vis houdt van zuurstofrijk water, een schone en slibvrije zand- of grindbodem met waterplanten en een lage stroomsnelheid. Doorgaans wordt de soort niet groter dan een centimeter of zestig.
Voortplanting
Voor zijn voortplanting is de winde afhankelijk van stromend water. Aan het eind van de winter trekken de vissen in scholen stroomopwaarts naar de paaigronden. Ten behoeve van de winde, en ook de serpeling, zijn op verschillende plekken in de provincie vistrappetjes aangelegd: waterbakken op verschillende hoogtes, waardoor de vis steeds een stukje hoger kan zwemmen of springen. Afstanden van meer dan honderd kilometer worden afgelegd.
Niet alleen in de Drentsche Aa maar ook in het Peizerdiep komen windes voor. Bekijk hier hoe de vissen een zender krijgen voor onderzoek: