De hermelijn is een ware zeldzaamheid in Drenthe. Toch had Tonnie Sterken bij het Westerdiep het geluk er eentje op beeld te vangen. Ternauwernood, want het dier schiet van rechts naar links door het beeld.
Samen met onder andere de wezel, de bunzing, de das, de otter en de nerts maakt de hermelijn deel uit van de marterachtigen, een familie van roofdieren die over de hele wereld voorkomen. De hermelijn en de wezel worden nog wel eens door elkaar gehaald.
Verwarring
Hermelijnen hebben een grijs- of beigebruine rug en een witte buik. In de winter kunnen ze helemaal verkleuren naar wit. De staart is lang en zwaar behaard met een zwarte pluimpunt. Op de beelden van Sterken is die staartpunt goed zichtbaar. Wezels zijn kleiner, hebben geen zwart puntje en worden niet volledig wit in de winter.
Op jacht
Van bossen tot duinen en van akkers tot vochtige plekken, zolang er maar dekking voorhanden is, voelt de hermelijn zich er thuis. Het is een echte jager die vooral kleine zoogdieren eet zoals woelmuizen, ratten, konijnen, vogels en eieren. Dat een prooi groter is dan het dier zelf houdt hem niet tegen, hij doodt de prooi met een beet in de nek of springt erachter aan het water in.
Meestal alleen
De hermelijn leeft in zijn eentje, mannetjes in een territorium van vier tot vijftig hectare groot en vrouwtjes in een kwart daarvan. In april zoeken ze elkaar op om te paren. Het nest bevindt zich in een holle boom, tussen de rotsen of ze gebruiken een verlaten nest van een ander dier. Het nest wordt bekleed met knaagdierenvacht en omvat vier tot acht jongen. Het duurt een paar weken voordat de jongen hun ogen openen.
Bedreiging
De meeste hermelijnen worden een jaar of twee oud, al kunnen ze wel tien jaar worden. Vossen en uilen eten de marterachtige maar ook door het verkeer en parasieten leggen ze het loodje. Mogelijkerwijs is de afname van het aantal woelratten en het grootschaliger worden van het landschap ook van invloed op de hermelijnenstand.