Het lijkt wel alsof iemand in de bosjes heeft gespuugd. In werkelijkheid is het het werk van een heel klein beestje: het schuimbeestje.

Ook wel spuugbeestje, schuimcicade, of koekkoeksspog genoemd, de larven van het schuimbeestje verschuilen zich in klodders schuim. Die hangen ze dan aan planten en bomen.

Veilig spuugbadje

"Die larve drinkt plantensappen, en daarvan gaat 'ie schuim maken", legt boswachter Pauline Arends uit. "Dat schuim klopt 'ie op, net zoals wij een ei opkloppen."

Die klodder schuim waarin de insecten zich schuilhoudt heeft meerdere functies. Zo helpt het om het vochtgehalte en de temperatuur van de larve te reguleren: hierdoor floreren ze ook bij slecht weer. Daarnaast beschermt het kleverige goedje de larven tegen predators. "Hij zit hier veilig, in dat schuim", vertelt Arends.

Liefde voor het schuim

De Latijnse naam van het schuimbeestje is Philaenus spumarius. Philaenus komt van het Griekse philein, wat liefde betekent. Spumarius daarentegen komt uit het Latijn, van spuma. Dat betekent schuim. De hele naam kan dus vertaald worden als "schuimliefhebber", verwijzend naar de nestjes.

In de tuin

Hoewel het een grappig gezicht is wanneer je de schuimbeestjes tegenkomt in de natuur, zijn ze niet door iedereen even geliefd. De diertjes kunnen namelijk schade aanrichten aan planten door het sap uit de bladeren en stengels te zuigen.

Het zijn slechts de larven die schade aanrichten, dus alleen in de lente kunnen ze de tuin op stelten zetten. Mocht je ze toch liever kwijt dan rijk zijn, dan kan je ze met de hand uit het schuim trekken.

Bekijk de video over de schuimbeestjes hieronder: