In ons land leven zo'n vijfduizend wespensoorten, waarvan ruim vierhonderd in Drenthe voorkomen. Een aantal van hen heeft een specifieke voorkeur voor de Drentse zandgronden, waaronder verschillende graafwespen, plooivleugelwespen en goudwespen.
De soorten die een aantal jaar geleden het meeste voorkwamen in Drenthe zijn de graafwespen Pemphredon lugens, Mimumesa dahlbomi en Mimumesa spooneri, de plooivleugelwespen Anicstrocerus ichneumonideus en Symmorphus fuscipes, en de goudwesp Chrysis immaculata.
Graafwespen
De Crabronidae of graafwespen zijn een zeer soortenrijke familie. Ze verschillen onderling sterk in zowel grootte en lichaamsbouw als de kleur. De naam komt van de gewoonte van een deel van de soorten om nesten in de grond te graven. Andere soorten knagen een nest in hout of in een stengel, gebruiken een bestaande holte of neemt het nest van een andere graafwesp over. Ze leven solitair en jagen op insecten voor hun jongen.
Plooivleugelwespen
De Vespidae of plooivleugelwespen zijn te herkennen aan de overlangs dubbelgevouwen voorvleugels in rust waardoor de vleugels heel smal lijken. De 'limonadewespen' zijn de meest bekende vertegenwoordigers van de groep maar zij vormen slechts een klein deel van deze wespenfamilie. Het merendeel van de wespen in de familie leeft solitair, ongeveer tien soorten bouwen samen een nest.
Goudwespen
De Chrysididae of goudwespen hebben fraaie metaalkleuren in blauw-, rood- en groentinten. Ze leven parasitair en zetten hun eieren af in de nesten van hun gastheren. Je kunt ze in het zonnetje zien zitten op boomstammen, bladeren, weipalen of zandpaden op zoek naar een nest. Chrysis immaculata heeft een blauw-rood gekleurd achterlijf en vliegt van mei tot in augustus. Deze wesp is zeldzaam en komt voor op de hogere zandgronden.