Heel even liet ze zich zien, al keek ze wat schichtig om zich heen omdat ze niet gestoord wilde worden door nieuwsgierige pottenkijkers. En dat ging een broedende kraanvogel vandaag goed af. Op het nest ligt inmiddels één ei, waar over een maand een baby-kraanvogel uit hoopt te kruipen. Je kunt boswachter Tineke Bouwmeester bijna niet gelukkiger maken. "Prachtig om te zien en dat op de eerste rang", zegt ze.
Het is voor haar een privilege om zo dichtbij te komen, want het openbaar toegankelijke familiepad Noordenveld, dat dwars door het Dwingelderveld loopt, is voor een maand gesloten. Nog geen honderd meter van het pad broedt het paar kraanvogels. De vogels zijn heel storingsgevoelig en bij de minste afleiding kunnen ze hun nest al verlaten. Dat heeft mogelijk gevolgen voor het kuiken.
Vooral begrip
"De plek is voor de kraanvogels een heel geschikte plek om te broeden", legt Bouwmeester uit. "Het is een klein eilandje en de afgelopen weken was het heel rustig door het regenachtige weer. Daarom is het paar hier neergestreken."
Alleen is het familiepad één van de drukste paden van het natuurgebied. In overleg met Staatsbosbeheer besloot Natuurmonumenten het pad af te sluiten om het broedpaar rust te gunnen. Hoewel Bouwmeester had verwacht dat bezoekers gepikeerd zouden reageren, merkt ze vooral begrip. "Mensen vinden het heel logisch en respecteren ons werk om de natuur te beschermen. Tot nu toe houdt iedereen zich keurig aan de afzetting, dus daar zijn we reuze blij mee."
Loon naar werken
In Nederland leven zo'n veertig kraanvogelparen, waarvan vijf in het Dwingelderveld. Volgens Bouwmeester is het bijzonder dat ze hier zijn neergestreken, omdat het deel waar nu wordt gebroed tien jaar geleden nog landbouwgebied was. "Het is loon naar werken", zegt ze trots. "Het gebied is omgetoverd naar natuur, sloten zijn gedempt, het waterpeil ging omhoog en daarmee is het een ideale plek voor deze dieren."
De boswachter hoopt vurig dat de kraanvogels hun eieren succesvol uit kunnen broeden. "En dan beschuit met muisjes", besluit Bouwmeester lachend.
Lees ook:
Door: Marcus Siebes