Ecoloog Hugh Jansman van de Universiteit Wageningen ziet hoe de landbouw worstelt om overeind te blijven in Drenthe. Maar de fase waar Drenthe nu doorheen gaat, ziet hij als een pioniersfase die van voorbijgaande aard is, al kan het wel een langdurige fase zijn. "Het gaat nog jaren duren voordat we hebben geleerd hoe we om moeten gaan met de wolf."
Gevraagd naar zijn reactie op de onrust die er is in de gemeente Westerveld door de talloze wolvenaanvallen zegt hij: "Voor ons is die onrust niet raar als ecologen. Wij hebben een goede relatie met ecologen in Duitsland en daar zien we dat alles wat hier speelt daar in de afgelopen tien, twintig jaar al eens is langsgekomen. Dus ik denk dat het belangrijkste is dat de signalen nu serieus worden genomen door de beleidsmakers en dat ze gaan bedenken hoe ze voor de gevoelens van angst een uitlaatklep kunnen creëren."
Angst van voorbijgaande aard
Jansman, die zich in Wageningen bezighoudt met natuurbeheer en behoud van wilde dieren in Nederland, wijst erop dat het belangrijk is dat er ook sociologen meekijken naar de gevoelens van angst. Zo van: wat gebeurt hier nou eigenlijk precies? "Er is een groot verschil tussen risico en risicobeleving. Een wolf is niet direct gevaarlijk, maar omdat deze nieuw is ervaren we de wolf wel als spannend. In Duitsland durfden de mensen hun kinderwagen eerder ook niet in het bos te laten staan, terwijl ze paddenstoelen aan het plukken waren. Maar vijf jaar later waren er nul incidenten geweest en werd alles weer als vanouds. Hetzelfde geldt voor dorpen waar de wolf zich op klaarlichte dag liet zien bij speelplaatsen. Vervolgens gebeurt er jaren niets en gaat men weer over tot de orde van de dag. Ik denk dat het een natuurlijke reactie is: er komt iets nieuws, dat beleven we als spannend, vervolgens doen we extra voorzichtig en daarna zien we dat de risico's acceptabel zijn."
De Drentse roedel lijkt niet heel schuw. Hoe kijkt hij aan tegen waarnemingen van de wolf in Drenthe dicht bij mensen? "Wat is de definitie van schuw? De aannames over het gedrag van de wolf kloppen vaak niet. Wij denken vaak dat een wolf een nachtdier is dat zich overdag niet laat zien. Maar sommige wolven laten zich wel degelijk zien bij daglicht. Een niet schuwe wolf is een wolf die een mens binnen 30 meter benadert. Een mens in een tractor valt daar niet onder. Om te voorkomen dat een wolf mensen van dichtbij benadert moet je voorkomen dat die mensen niet associeert met voedsel, dat is het voornaamste."
Kanttekeningen bij beheer
Duitsland wordt vaak aangehaald als voorbeeld van beheer. Waarom kan een probleemwolf wel in Nedersaksen worden afgeschoten en hier niet? "Stel wolf x is een overlastwolf en de overheid geeft een vergunning voor afschot af. Hoe zorg je dan dat die specifieke wolf wordt afgeschoten en niet een andere? In Nedersaksen is vier keer een wolf afgeschoten waar niet de afschotontheffing voor van toepassing was. Dat leidt ertoe dat groeperingen naar het Europese Hof in Brussel gaan en daar het beleid in Nedersaksen aanvechten. Beheer klinkt dus wel heel makkelijk, maar het is ongelooflijk moeilijk om het juridisch sluitend overeind te houden, laat staan uit te voeren."
Daarnaast heeft het afschieten van een enkele wolf volgens hem ook geen zin. "Het kan zelfs averechts werken. De kans is groot dat je een van de ouders schiet en dan stuur je een klas met puberwolven de straat op zonder leraar. Die ouders hebben vaak al wel eens een tik gehad van een stroomdraad of geleerd dat de mens vermeden moet worden. Als die pups het helemaal opnieuw uit moeten zoeken is de kans op overlast veel groter."
Beheer van een wolf is niet vergelijkbaar met beheer van andere dieren, zegt Jansman. "Beheer zit vooral tussen de oren bij veel mensen. Vossen hebben een territorium van een vierkante kilometer, tegenover de wolf van 200 vierkante kilometer. Wilde zwijnen kunnen wel 600 procent in aantal toenemen door hun enorme voortplantingsvermogen zonder dat ze een territoriaal gebied hebben. Zou je hier een wolf schieten, dan schiet je die wel voor een heel groot gebied weg. Dat is niet in verhouding."
Grote dieren in trek
Tussen 20 september en 2 oktober zijn in Drenthe negen grote dieren aangevallen, mogelijk door een wolf. Het gaat om drie pinken, twee kalven, twee koeien, een pony en een paard. Zes dieren overleefden de aanval niet. In dezelfde tijd zijn in Drenthe twee schapen slachtoffer geworden van een aanval. DNA-onderzoek moet nog uitwijzen of het om wolvenaanvallen gaat. Ook op het gebied van houden van vee moeten we volgens Jansman nog veel leren. "Het maakt heel erg uit hoe je koeien houdt. Een natuurlijk kuddeverband heeft een leidkoe met dochters, daar de kalveren van en eventueel nog een stier erbij. Die is veel weerbaarder voor roofdieren dan een doorgefokte koesoort die bij jaargenoten wordt gezet", legt hij uit.
In Drenthe is het risico van wolvenaanvallen op landbouwhuisdieren volgens Jansman groter dan op de Veluwe. "We hebben in Drenthe te maken met een gemengd cultuur- en natuurgebied. Op de Veluwe heb je grote robuuste natuur met vier wilde hoefdieren: edelhert, damhert, wild zwijn en ree. Daar vindt de wolf zoveel natuurlijk voedsel dat die eigenlijk niet hoeft uit te wijken naar gehouden hoefdieren. In Brabant heeft een wolf zich gevestigd in een versnipperd natuurgebied en dan zie je dat het territorium wel 400 vierkante kilometer kan zijn om aan voldoende wilde prooien te komen. En op weg van het ene natuurgebiedje naar het andere komt die wolf veel landbouwhuisdieren tegen. En puur uit gemak gaan ze die dan toch testen. Dat zie je nu ook in Drenthe. Vanuit Wageningen is onze boodschap daarom: voorkom dat wolven leren dat vee makkelijk voedsel is en dat betekent: bescherm, bescherm, bescherm. We zien hier dat er maar een paar schapenhouders goed bezig zijn met bescherming en heel veel schapenhouders nog niet."
(Tekst gaat verder onder de video)
Daarnaast stelt Jansman voor om reeën en grootwild de ruimte te geven: "In Wageningen vragen wij ons af of de reeënpopulatie wel zo intensief beheerd moet worden zoals nu gebeurt. Hetzelfde geldt voor de nulstand: als wij kijken naar de opgave om klimaatneutraal te zijn, dan is daar meer ruimte voor natuur. Drenthe zou in dat plaatje ook verbonden zijn met de Veluwe. Dan kan daar heel goed een edelhert of een wild zwijn bij."
Drentse weidebedrijven voeren aan dat het ondoenlijk is om wolfwerende hekken te plaatsen. Het kost te veel tijd en is te duur. Jansman daarover: "Ik denk dat het goed is dat de overheid nadenkt over waar subsidie voor wordt verleend. Zorg dat herders die aan natuurbegrazing doen een goede boterham kunnen verdienen. En zorg dat ze hun dieren wolvenvrij weg kunnen zetten. Ik denk dat iedere schapenhouder dat wel wil, maar die moet ook een boterham kunnen verdienen."
In Duitsland meer wolven, niet meer schade
Om beheer mogelijk te maken moet volgens hem al vóór een wolvenaanval worden vastgesteld of een hek gedegen bescherming biedt. "Als die hekken dan herhaald worden getrotseerd, dan kun je met maatwerk de betreffende wolf er eventueel uitnemen", zo zegt hij. Maar in Nederland is nog niet vastgelegd hoe dit moet worden aangepakt en dat maakt dat het ook juridisch niet haalbaar is.
Volgens Jansman neemt het aantal wolven in Duitsland toe maar is de huidige schade niet gelijk evenredig. In september 2021 stond de teller volgens een wolvenmonitoringsrapport op 128 roedels, 38 paren en 9 zwervende wolven. Jansman schat het aantal roedels nu op 200. In 2020 waren er 1.000 aanvallen op landbouwhuisdieren met 4.000 dode dieren tot gevolg. De verschillen per deelstaat zijn groot. Zo waren er in Saksen in 2019 135 wolvenaanvallen en in Sleeswijk-Holstein was het aantal aanvallen even groot, maar in Saksen zijn 70 keer meer wolven. "In Duitsland zijn er steeds meer veehouders zijn die preventieve maatregelen nemen. We hebben in Nederland nog te maken met kinderziektes."
Wolvenaanvallen zullen blijven
Gedragsbioloog Diederik van Liere kwam recent met het plan om de wolf op te voeden door schapen met stressmeters uit te rusten zodat meteen duidelijk is als er een wolf in de buurt is; schapen voorzien van een 'stroomkraag', zodat de wolf leert dat die een schok krijgt als die een schaap in de hals bijt en zout doen in schapenkadavers. Werkt dat? "Een wolf is net zo intelligent als een hond. In Europa zijn al verschillende van dit soort onderzoeken gedaan. Dat vraagt nogal wat van de mensen die het gaan uitvoeren, omdat ze bijna al hun schapen moeten voorzien van zo'n stroomkraag. Dus de praktische uitvoerbaarheid lijkt me nog wel een ding", schat Jansman in.
Wanneer zijn we dan eindelijk eens van die wolvenaanvallen af? "Ik denk dat we altijd enige vorm van overlast zullen houden. Jonge wolven verlaten vroeg of laat het ouderlijk huis en komen door gebieden waar landbouwhuisdieren nog niet goed beschermd zijn, zoals in Noord-Holland. Maar in zijn algemeenheid kan ik stellen dat zo lang het vee onbeschermd staat, wolvenaanvallen incidenteel tot frequent zullen gebeuren", besluit Jansman.