Nesten van weidevogels worden heel vaak leeggehaald door roofdieren. Dat blijkt uit onderzoek van vogelorganisatie SOVON in drie weidevogelgebieden in Drenthe.
Belangrijkste rover is de vos. Maar zouden de kieviten het redden als er op grote schaal vossen wordt geschoten? Nou, nee...
Predatie
Afgelopen jaar werden in drie weidevogelgebieden in Drenthe nesten van weidevogels gevolgd met camera's. Vraag was waarom veel van die legsels verloren gaan. Conclusie: predatie - en dan vooral door vossen - speelt een hele grote rol. Gemiddeld kwam ongeveer de helft van de nesten niet uit omdat er een roofdier langs kwam en in bijna driekwart van de gevallen was dat een vos. Steenmarters, dassen en zwarte kraaien speelden een veel kleinere rol.
Kanttekening is wel dat dit onderzoek gebeurde in gebieden waar de nesten van weidevogels beschermd worden. In gebieden waar die nesten niet door vrijwilligers worden gemarkeerd speelt vernieling door landbouwwerkzaamheden misschien ook een grote rol.
Gevoelig
De provincie Drenthe heeft de afgelopen jaren behoorlijk wat geld vrijgemaakt voor de bescherming van weidevogels. Dit jaar en komend jaar is ruim 300.000 euro beschikbaar. Dat geld wordt bijvoorbeeld gebruikt om boeren subsidie te geven als ze een plas-dras gebied aanleggen of als ze later maaien zodat de kuikens rustig groot kunnen worden.
Ook de bestrijding van predatoren - lees: de vos - is onderdeel van de beschermingsplannen. Die jacht ligt gevoelig. Veel boeren en jagers vinden weidevogelbescherming zinloos als er niets aan de bestrijding van de vos wordt gedaan. Veel natuurbeschermers vinden bestrijding van de vos zinloos als er niets gedaan wordt voor de leefomgeving van de weidevogels. Ook politiek zijn de verschillen in inzicht groot. In een discussie over de jacht met lichtbakken stelt VVD-er Johan Moes dat we in Drenthe steeds meer vossen, kraaien, ooievaars en marters krijgen die alles opvreten. Aan de andere kant vindt Partij voor de Dieren het maar zinloos, die jacht, en gebaseerd op emotie.
Verschillen
Het onderzoek van SOVON vond plaats in drie weidevogelgebieden: rond Smilde, Wapserveen en bij Coevorden. Opvallend is dat er bij Coevorden meer eieren uitkwamen dan in Smilde en Wapserveen. Volgens de onderzoekers zou de jacht op vossen in dit gebied daar mee te maken kunnen hebben. In de periode van het onderzoek werden in het weidevogelgebied zelf acht vossen geschoten en daaromheen nog eens enkele tientallen. Dat was mogelijk omdat er een ontheffing was om na 1 maart met een lichtbak te jagen.
Is het dan een goed idee om alle vossen uit een weidevogelgebied te halen? Erik Kleyheeg, onderzoeker bij SOVON: "Dat heeft ongetwijfeld effect op het aantal nesten dat uitkomt. Maar je weet niet wat bijvoorbeeld marters gaan doen. Die zouden dan de rol van de vos over kunnen nemen. Misschien krijg je dan wel veel meer steenmarters. En het tweede is dat er ook veel zorgen zijn over de overleving van kuikens, die is heel laag en dat komt niet alleen door predatie maar ook door de omstandigheden in het veld en die verbeter je niet door de vos weg te halen."
Kuikensterfte
Volgens Kleyheeg is het weghalen van vossen dus niet de redding van de kievit. "Uit ander onderzoek blijkt dat gemiddeld zeventig procent van de nesten uit moet komen om het aantal kieviten op peil te houden. Dat wordt in Drenthe bij lange na niet gehaald, ook niet in de omgeving van Coevorden, waar behoorlijk gejaagd is." Die zeventig procent zou in theorie gehaald kunnen worden als geen enkel nest door een vos wordt leeggehaald maar, schrijven de onderzoekers: 'dat is niet erg realistisch'.
Kleyheeg ziet dan ook meer in een combinatie van predatiebeheer en landschapsbeheer. "Kuikens hebben veiligheid en voedsel nodig. Je moet dus het landschap anders inrichten. Zo geef je predatoren minder kans zich te vestigen. Verder moet je proberen de voedselsituatie te verbeteren. Dat betekent dat je de biodiversiteit op het boerenland moet verhogen. Dat helpt om twee redenen. De kuikens hebben dan meer te eten, maar wat ook belangrijk is: predatoren krijgen alternatieven en worden minder afhankelijk van weidevogelnesten en -kuikens".
Lukt het dan om de kieviten in Drenthe te behouden? Kleyheeg: "Belangrijkste is dat we met z'n allen ervoor willen gaan. In de vorige eeuw was de stand van weidevogels in ons land heel hoog. Weidevogels zijn cultuurvolgers. Dus als we zouden willen, zou dat weer kunnen."