De winter is in aantocht en dat betekent dat sommige vogels de regio achter zich laten en hun overwintergebied opzoeken. Trekvogels broeden op de ene plek en overwinteren op een andere, warmere plek.
Het identificeren en tellen van trekvogels vraagt om een speciale techniek. Vogelaar Aaldrik Pot wil mensen graag laten kennis maken met dit fenomeen en organiseert een trektel-ochtend bij Natuurplaats Noordsche Veld.
Trekvogels
Om half acht 's ochtends staat de vogelaar klaar met zijn kijkers. "Eigenlijk is het gewoon geduld hebben en een beetje geluk. Kijk, daar komen een, twee, drie koperwieken", wijst Pot. In deze tijd zijn het lijsterachtigen die vanuit Scandinaviƫ wegtrekken, zoals koperwieken en kramsvogels. "Ik wil laten zien dat als je maar op een leuke plek gaat staan, je die vogeltrek op veel plekken in de provincie mee kan maken", aldus Pot. "Het is niet zo massaal als je langs de kust kunt hebben, maar hier bij de Natuurplaats in Norg kan je het goed zien. Het is afwachten wat voorbij komt, maar hier in het binnenland zie je vaak grote groepen doortrekkende vinken, samen met kepen."
Andere aanpak
"Het is een andere tak van sport", legt de vogelaar uit. "Normaal ben je gericht op een vogel die ergens zit. Dan zie je een bepaalde kleur en andere kenmerken. Maar bij de vogeltrek kijk je steeds omhoog tegen een lichte lucht aan en dan moet je het heel erg op silhouet doen. Je begint met het schatten van de grootte: is het ongeveer een mus, een merel of een duif. Met je oren probeer je de trekroepjes te onderscheiden. Vogels zingen, ze hebben een specifieke zang, ze hebben contactroepjes, maar ze hebben ook speciale trekroepjes waarmee ze waarschijnlijk contact houden met elkaar."