Omdat het slecht gaat met de jeneverbes, worden er in het Drouwenerzand vandaag honderdduizend besjes geplant. Doel hiervan is om te onderzoeken op welke grond de jeneverbes het beste groeit.
Maar wat weten we eigenlijk van de jeneverbes die eerder veelvuldig groeide op Drentse bodem?Wat is de jeneverbes?
De jeneverbes (Latijnse naam: Juniperus communis) is een conifeer die tien meter hoog kan worden en is zonder twijfel een van de meest kenmerkende struiken van het Drentse heidelandschap. Het is een van de weinige coniferen, naast de grove den en de taxus, die voorkomt in de Benelux. De plant is tweehuizig, dat betekent dat er een mannelijke en vrouwelijke variant is. Jeneverbesstruiken komen voor in drie typen: platte, liggende struiken, slanke zuilvormige exemplaren en een tussenvorm, die een meer ronde vorm vertoont. De bes is eigenlijk geen bes, maar het gedroogde, rijpe takje dat groeit uit de bloem van de struik.
Waar groeit de jeneverbes?
De jeneverbes groeit vooral op arme grond en stuifzand. Het duurt jaren voordat een jeneverbes groot is. De struik kan wel 400 jaar oud worden. Van oudsher hoort de jeneverbes bij de Drentse hei. Naast Drenthe vind je ze op heidevelden in Noord-Brabant en op zandgronden van de Veluwe, Achterhoek en in Overijssel.
Waar werd/wordt de jeneverbes voor gebruikt?
De bes wordt natuurlijk gebruikt voor de smaak in jenever. Maar al sinds de oudheid worden jeneverbessen voor diverse doeleinden gebruikt. Vroeger was de jeneverbes vooral als medicijn populair. Zo zou het onder meer goed zijn voor de longen. Al rond 1.500 voor Christus werd de bes ingezet tegen onder andere baarmoederkrampen. Tegenwoordig schrijven natuurgenezers het voor om menstruatiepijn tegen te gaan. Ook zijn jeneverbessen goed voor de menselijke urinewegen en de spijsvertering.
De besjes zijn dus gezond, maar het is niet slim om je er te goed aan te doen: zo’n twee tot tien gram is de aanbevolen hoeveelheid. Je kunt de besjes ook gedroogd door je eten doen, zodat je een pittige en bitterzoete smaak krijgt. Suggestie: lekker bij wild, zuurkool of mosselen.
Hoe kan het dat het niet goed gaat met de jeneverbes in Drenthe?
Het klinkt gek, maar dat komt door de vergrijzing. De bessen die er zijn worden steeds ouder. Dat er weinig nieuwe komen heeft vooral te maken met de slechte beskwaliteit. Het resultaat is dat er weinig bessen ontkiemen. Dat die kwaliteit niet goed is heeft te maken met de hoge stikstofdepositie. Dat is de hoeveelheid stikstofhoudende verbindingen vanuit de atmosfeer naar de bodem.