Veenboring brengt eeuwenoude geschiedenis aan de oppervlakte in het Fochteloërveen

Zondag 14 November 2021
  • In de veenkern zijn de verschillende grondlagen zichtbaar (Rechten: RTV Drenthe)

Het Fochteloërveen heeft een eeuwenoude ontstaansgeschiedenis. In de loop der jaren groeit het hoogveen en worden de veenpakketten steeds dikker. Ze sterven af aan de onderkant en groeien door aan de bovenkant. Per jaar komt er ongeveer één millimeter bij.

Cindy Quik van de Universiteit Wageningen doet onderzoek naar de ouderdom van het veen. "Door middel van boringen halen we veenkernen uit het gebied. We nemen de kernen mee naar de universiteit om ze te dateren."

Veen over zand

"We staan midden in een veenlandschap, maar eigenlijk is het een zandlandschap dat overgroeid geraakt is met veen", aldus Quik. "Met de boor gaan we terug tot op het zand. Daarboven zie je het allereerste veen liggen dat hier is gegroeid, het alleroudste stukje."

Met enige inspanning steekt Quik de grondboor in het veen en haalt ze een doorsnede van de verschillende grondlagen tevoorschijn. "We beginnen onderaan, want daar zitten we het verste terug in de tijd. Hier zie je het zand. Dat materiaal is zo'n 14.000 jaar geleden afgezet, in de laatste ijstijd. Daarna is het veen gaan groeien. Hier zie je het allereerste organische materiaal. Onderin is het vaak een beetje derrie", vertelt Quik.

Microscopisch

In het vroegste organische materiaal zijn de plantenresten niet zo duidelijk zichtbaar. "Het is meer vergaan dan in de laag daarboven", legt Quik uit. "Niet per se omdat het ouder is, maar door de omstandigheden die er toen waren. De waterstanden wisselden. Pas als het de hele tijd nat is, krijg je een goede conservatie van plantenresten." Collega's van Quik bestuderen het bodemmateriaal onder de microscoop. "Er zijn microscopische plantenresten in terug te vinden én te determineren. We hebben dus kennis van de vegetatie die hier groeide aan het begin van het ontstaan van het veen."

Lees ook:

Contact
opnemen