De das doet het goed in onze provincie. Uit onderzoek van de Dassenwerkgroep Drenthe blijkt dat er hier zo'n 1500 tot 1750 dassen leven. Veel meer zullen het er niet worden, laat Aaldrik Pot van de werkgroep weten.
Dassen leven in ondergrondse burchten. Dat kunnen hele stelsels van holen en gangen zijn waar een uitgebreide dassenfamilie in woont. Onze provincie telde vorig jaar ruim 620 van deze hoofdburchten.
Andere burchten
Wat het tellen van dassen ingewikkeld maakt is dat een dassenfamilie daarnaast nog allerlei andere burchten heeft. Vlakbij de hoofdburcht is vaak een soort bijburcht te vinden, die door vader das als mancave wordt gebruikt als moeders met jongen zit.
Daarnaast zijn er tijdelijke burchten en losse miniburchten die bewoond worden als ergens wat lekkers te halen valt.
Lastig tellen
De dassenwerkgroep volgt de Drentse dassen al bijna dertig jaar en de laatste tien jaar heel gericht. Aaldrik Pot heeft de cijfers op een rijtje gezet.
"Waar we wel achter gekomen zijn, is dat het veel ingewikkelder is met die burchten dan we dachten. We dachten eerst: je hebt een hoofdburcht, en dan heb je verderop weer een grote burcht, dat is dan weer een hoofdburcht, maar zo werkt het niet. Zo'n familie houdt er een heel complex op na van verschillende burchten op verschillende afstanden die soms tijdelijk bewoond worden."
Zo kan één familie wel vier burchtcomplexen onderhouden, terwijl er maar één burcht wordt bewoond. "Ze onderhouden die andere burchten wel, maar als je er dan camera's bij zet dan zie je dat ze er niet in overnachten. En als je alleen naar het aantal burchten kijkt, en niet goed onderzoekt of het een permanent bewoonde hoofdburcht is of niet, dan tel je gauw meer dassen dan er werkelijk zijn", vertelt Pot.
Artikel gaat verder onder de foto:
Veel bewoners in een burcht
Een burcht wordt meestal door verschillende dassen bewoond. Om uit te zoeken hoeveel dat er zijn worden in het voorjaar live of met camera's de dassen geteld. Dat gebeurt in de periode van april tot en met juli, omdat dan jonge dassen nog goed te onderscheiden zijn van de volwassen dieren.
In twee gebieden in Drenthe worden zoveel mogelijk gegevens verzameld. Het gaat om gebieden in de Kop van Drenthe en in de boswachterij Hart van Drenthe. Deze gebieden zijn een referentie voor andere gebieden in Drenthe. Er is gekozen voor twee verschillende gebieden. Zo heeft Hart van Drenthe vooral bos en vennen, terwijl de Kop van Drenthe veel meer afwisseling kent van bossen, beekdalen, heidevelden en agrarische gronden.
Ander verschil tussen de twee gebieden: in Hart van Drenthe keerde de das al in de jaren '80 terug en groeide de populatie sterk in de jaren '90. In de Kop van Drenthe wonen pas sinds 2005 weer dassen. Pot: "We hebben expres twee totaal verschillende gebieden gekozen. Kop van Drenthe is meer gemiddeld Drenthe, met afwisselend cultuur- en natuurlandschap, Hart van Drenthe is veel meer natuur. Zo krijg je een goed beeld van heel Drenthe."
Groei is eruit
Om beide gebieden te kunnen vergelijken is uitgerekend hoeveel dassen per vierkante kilometer voorkomen. In Hart van Drenthe is dat ongeveer 1 das per vierkante kilometer, in Kop van Drenthe is dat gemiddeld 0,6 das. Drenthe heeft in vergelijking met de rest van het land een grotere populatie dassen.
De grafiek hieronder laat zien dat de groei van het aantal dassen er wel uit is. In Hart van Drenthe is het aantal dassen per vierkante kilometer al jaren min of meer stabiel, in de Kop van Drenthe is nog wel wat groei maar die vlakt af.
"Als de dassen een bepaald gebied bevolken zie je een bepaalde groei tot een maximum aantal, en dan is er gewoon niet meer genoeg ruimte. Er zullen nog best gebieden zijn die later bevolkt zijn dan de kop van Drenthe maar het gaat op een gegeven moment wel naar dit soort dichtheden," aldus Pot.
In de grafiek hieronder zie je het aantal dassen per vierkante kilometer in boswachterij Hart van Drenthe (bovenste lijn) en in de Kop van Drenthe (onderste lijn):
Minder jongen
Dat de groei eruit is, blijkt volgens Pot ook uit het gemiddeld aantal dassen per burcht. In Hart van Drenthe daalt dat licht, in de Kop van Drenthe stijgt het nog een beetje.
Ook daalt het aantal jongen dat gemiddeld genomen in een burcht wordt geboren. Alles wijst er op dat de aantallen stabiliseren. "Het zijn natuurlijk territoriale dieren. Zo'n mannetjesdas probeert een zo groot mogelijke burcht te maken met meerdere vrouwtjes. Maar op een gegeven moment kan zo'n burcht niet verder groeien of er vinden steeds knokpartijen met de buren plaats, dan zitten ze elkaar gewoon in de weg."
Dat laatst zie je in Hart van Drenthe gebeuren. "Daar daalt het aantal jongen dat geboren wordt. Met de sterfte door verkeersslachtoffers zakt zo'n populatie in. En dat zie je in de Kop van Drenthe ook al."
Dus het klopt niet dat het aantal dassen in Drenthe de spuigaten uitloopt, zoals wel eens wordt gezegd? Pot: "Nee, ik denk het op basis van deze gegevens niet. Je ziet dat de toename afvlakt en niet doorgroeit en dat het aantal dassen per burcht stabiel blijft of zelfs afneemt."