De twintigste tuinvogeltelling staat voor de deur. Vanaf vrijdag 27 januari tellen vogelliefhebbers gedurende drie dagen de vogelsoorten die zij in de tuin voorbij zien komen. De gegevens die deze tellingen opleveren zeggen iets over de ontwikkeling van vogels in de tuin, en over geschikte manieren om ze te helpen en beschermen.
In aanloop naar de telling nemen we de Drentse top tien van 2022 onder de loep. Welke vogels leven zoal in onze achtertuin en wat weten we over die soorten? Vorig jaar was de pimpelmees de hekkensluiter van de top drie, gevolgd door de koolmees en de huismus. Landelijk stond de pimpelmees op de vierde plek.
In de buurt
Net als de merel en zijn neefje de koolmees, is de pimpelmees een bosvogel die zich heeft aangepast aan het leven in de buurt van mensen. De zangvogel broedt graag in nestkasten en is in de winter in tuinen te vinden, op z'n kop aan een vetbol of pinda's snoepend uit een netje. Ze komen ook veel voor in bossen, parken, houtwallen en houtsingels. Als er maar bomen staan want van oorsprong broeden ze in boomholtes.
Broedseizoen
Eind maart start het broedseizoen. Het paartje heeft een of twee legsels per jaar met zo'n zeven tot dertien eieren. Na twee weken komen de jongen tevoorschijn en na nog eens drie weken vliegen ze uit. Ze hoeven niet meteen op eigen benen te staan, de ouders voeren hun jongen nog twee á drie weken. In het voorjaar eten de vogels vooral insecten, spinnen, rupsen en larven. In de herfst schakelen ze over op een overwegend plantaardig dieet van zaden, bessen en fruit.
Selectie
In tegenstelling tot mensen zien pimpelmezen net als andere vogels ultraviolet licht. Hierdoor onderscheiden ze meer variatie in kleuren en dat komt van pas bij het herkennen van rijpe bessen en het uitkiezen van een partner. Het pimpelmees vrouwtje gebruikt ultraviolet licht om een mannetje uit te kiezen. Het mannetje met de felste blauwe pet, een teken van fitheid, is de gelukkige.