Het blijkt een relatief goed jaar voor de steenuilen in Zuid-West Drenthe. Na twee mindere jaren ziet Erwin Bruulsema van de Steenuilenwerkgroep Drenthe weer wat grotere nesten in de nestkasten. Het grootste deel van de jongen in Drenthe is door de ringers van verschillende werkgroepen geringd.
De populatie is nog niet terug op het niveau van drie jaar geleden. De afgelopen jaren waren er weinig prooien te vinden door de lage muizenstand en dat zie je terug.
Deze kleine uilensoort heeft een lange onzekere periode achter de rug. Tot 2005 was een afname gezien in de landelijke populatie, sindsdien stabiliseert de stand. Dit onder andere door de inzet van vrijwilligers voor het behoud van de steenuil.
Er zijn steeds minder geschikte plekken om te leven. De uilen houden van kleinschalige landschappen met veel variatie. Erven van boerderijen hebben ook hun belangstelling, als het er maar niet te strak en netjes is. Afwisseling op het erf zorgt onder andere voor schuilplaatsen, nestgelegenheid en voor goede jaagplekken.
Kans voor steenuilen
In Drenthe is veel werk verricht om het de steenuil wat makkelijker te maken. Landschapsbeheer Drenthe en de Steenuilenwerkgroep Drenthe hebben tientallen erven 'steenuil-vriendelijk' gemaakt.
Naar schatting zijn er nu zo'n honderdvijftig tot tweehonderd broedparen. Een kleine populatie in verhouding tot andere provincies. "We doen er dus alles aan om de populatie in Drenthe in stand te houden", zegt Bruulsema. Ook de projecten waarbij erven natuurvriendelijk en cultuurhistorisch ingericht worden, bieden de steenuilen een kans.
Kleinschalig boerenlandschap
Met name het zuidwestelijke deel van de provincie is een belangrijk gebied voor de steenuil. "We hebben hier gelukkig nog het kleinschalige boerenlandschap", zegt Bruulsema. "En er is een werkgroep die al dik dertig jaar met de steenuil actief is." Zo werd begin juni een van de nesten door de werkgroep geringd. Ook het gewicht werd genoteerd en de vleugellengte opgemeten. Met al deze gegevens kan de conditie van de vogels in kaart gebracht worden. Het ringen helpt mee in het onderzoek naar de verspreiding.
Steenuilen zijn geen grote vliegers. Ze verspreiden zich over het algemeen niet over grote afstanden. Gebieden die ze hebben verlaten worden niet zomaar weer bezet. Ook niet als er nestkasten zijn opgehangen. Door de vogels te ringen wordt duidelijker waar de vogels zich bevinden en hoe ver ze komen. En die gegevens helpen weer bij de bescherming van de uilen.
Zie hieronder de mooie beelden van Claus van den Hoek van een koppeltje steenuilen en hun kleintjes