De stichting Drents Agrarisch Erfgoed zet zich sinds kort in om agrarisch erfgoed in onze provincie te behouden en te beschermen. Jermo Tappel van Stichting Het Drentse Landschap neemt ons naar aanleiding van de oprichting mee in de geschiedenis van de Drentse boerderijen.
Van de ijzertijd reizen we naar de middeleeuwen. "Daarvoor moeten we de provinciegrens over, omdat in Drenthe weinig boerderijen uit die periode overgebleven zijn", aldus Tappel. "In Niebert staat het Iwema steenhuis dat uit het einde van de 14e eeuw stamt. Van oorsprong was dit een woontoren."
Steenhuizen
Een steenhuis is een vroege versie van een borg of burcht. Het was een vierkant bouwwerk dat uit baksteen werd opgetrokken met dikke muren en wel drie verdiepingen. De ingang bevond zich op de eerste verdieping en was toegankelijk via een trap die verwijderd kon worden.
Het Iwema steenhuis is rond 1400 gebouwd door de familie Iwema. Van de ongeveer honderdzestig steenhuizen die ooit in de provincie Groningen stonden, is dit steenhuis is als enige overgebleven. Sinds 1988 is het huis in het bezit van Het Groninger Landschap.
"In de loop der eeuwen is het steenhuis drastisch verbouwd", vertelt Tappel. "Het is veel hoger geweest. Vergelijkbare woontorens hebben ook in Drenthe gestaan. In Nietap waar het Thedema huis stond en waar nog een prachtige tekening uit 1622 van behouden is gebleven en waarschijnlijk ook in Peize."
Museum
Het steenhuis in Niebert wordt vandaag de dag nog steeds bewoond door een nazaat van de familie Iwema. "In de 19e eeuw is hier een grote schuur tegenaan gebouwd met een knechtenwoning waar de knecht woonde die als taak had het steenhuis te beheren", weet de erfgoeddeskundige. "Uiteraard is hier ook een boerderij van gemaakt en in de grote schuur zit een ambachtelijk streekmuseum."
Middeleeuwen
"Hier op de verdieping hoog in de schuur zien we het middeleeuwse steenhuis nog", laat Tappel zien. "Aan de enorme bakstenen is te zien hoe oud dat is en dat het uit de middeleeuwen dateert. Bovenin zien we drie gotische vensters, raamopeningen die vanuit de oorsprong aanwezig waren."
Veiligheid
De steenhuizen waren bedoeld als toevluchtsoord voor vermogende boeren en grootgrondbezitters. "Aan deze kleine stenen is heel goed te zien dat hier een deuropening zat. De rijke adel en de rijke boeren hadden iets te verdedigen, zij waren hun leven niet altijd zeker in die tijd en hier konden ze zich veilig terugtrekken van gevaar. Dat deden ze door een trap die hier buiten zat, op het moment dat ze binnen waren, binnen te halen. Dan zaten ze hoog en veilig van het gevaar."