Michiel Elderenbosch uit Assen doet elke vrijdag onderzoek naar vogels in de stad. In de tuin van zijn ouders zet hij mistnetten op om de vogels te kunnen ringen. Het is een onderzoek van het Vogeltrekstation, om vogels in stedelijk gebied te tellen.
Met het onderzoek 'Ring-Mus' wil het Vogeltrekstation de gevolgen in kaart brengen van 'verstening' op stadsvogels. Uit onderzoek van de Vogelbescherming blijkt dat de vogels in het stedelijk gebied er niet altijd goed voorstaan.'Steeds meer beton en stenen'
"Er komen steeds meer beton en stenen bij in de wereld. En dat is jammer", vindt Elderenbosch. "Het vogeltrekstation wil graag weten wat voor effect dat heeft op vogels."
Naast het onderzoek naar stadsvogels, wil het Vogeltrekstation met het project nieuwe ringers opleiden. Huismussen worden geringd met kleurringen. Dat gebeurt omdat ze moeilijk te vangen zijn. Met behulp van kleurringen kun je ze ook in de lucht herkennen. Je hebt alleen een verrekijker nodig.
Acht plekken
In Drenthe wordt er op acht plekken onderzoek gedaan. De vogelonderzoeker vangt in Assen vooral gewone tuinvogels zoals mezen, mussen, goudhaantjes en boomklevers.
Vroeger werd er vooral geringd om de vogeltrek te meten, tegenwoordig wordt het ook gebruikt om te kijken naar de spreiding en leeftijd van de vogels.
Lokale vogel
"Als we een vogel die al geringd is weer vangen, dan weten we dat het een lokale vogel is en dat hij hier waarschijnlijk broedt. En als we dat jaar op jaar tegenkomen kan het Vogeltrekstation daar weer allerlei analyses op loslaten, zodat we weten hoe het gaat met vogels in het stedelijk gebied."
Gelukkig hoeft Elderenbosch voor het tellen niet de hele dag in de kou te zitten. "Ik zit gewoon binnen te wachten totdat er iets invliegt. Als ik dat zie, dan haal ik ze eruit. Dat moet ook, want de buurman heeft katten en ik wil niet dat die er eentje grijpen. Het gaat allemaal heel snel, dus binnen vijf minuten is de vogel weer vogelvrij."