Ligt er midden in Spijkerboor een pingoruïne verborgen, of is de grote vijver in het dorp gewoon een waterpartij? Om die vraag te beantwoorden boorden inwoners samen met een expert van Landschapbeheer Drenthe in de grond op zoek naar sporen uit de laatste ijstijd.
Het onderzoek kwam op gang nadat een medewerker van het Arctisch Centrum van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) aan de bel trok. Het Baggergat, een vijver langs de Molenwijk, heeft op luchtfoto's en kaarten wel iets weg van een pingoruïne.
Voeten in de aarde
Een bevriende inwoner van Spijkerboor nam na de tip contact op met Landschapsbeheer Drenthe en vandaag stond een groepje dorpelingen zelf met de voeten in de aarde. "Het zou mooi zijn als we iets kunnen bijdragen aan de geschiedenis van Spijkerboor", vertelt inwoner Dirk van den Bosch. "We willen voor eens en altijd weten hoe het zit."
Pingoruïnekenner Anja Verbers van Landschapsbeheer Drenthe helpt de inwoners tijdens de zoektocht. Uitgerust met een grondboor onderzoekt ze de grondlagen rondom het Baggergat. "Aan de hand van de soorten grond die we naar boven halen, kunnen we vaststellen of hier inderdaad een pingoruïne ligt, of iets anders", legt Verbers uit.
(Tekst gaat verder onder het kader)
Wat is een pingoruïne?
Tijdens de laatste ijstijd bevroor de bovenste laag van de grond permanent. Op plekken waar die permagrond scheurde, kon grondwater naar boven stromen. Wanneer het water ook bevroor, duwde de ijslaag de grond erboven omhoog en ontstonden heuvels van soms wel 60 meter hoog. Die heuvels worden pingo's genoemd.
Na het smelten van het ijs, zakten de heuvels weer in en dat vormde kraters in het landschap. Die kraters vulden zich met planten en ander organisch materiaal en dat veranderde in de loop der tijd in veen. Nadat het veen door mensen is verwijderd voor brandstof, ontstonden ronde meertjes. Dat zijn pingoruïnes.
Pingoruïne, of toch niet?
Bij de eerste boring komt al snel veengrond omhoog. Een goed teken, volgens Verbers, want dat is een kenmerk van een pingoruïne. Maar al snel stuit de expert op zand. "Bij een pingoruïne had er een holte moeten zitten. Dus ik weet nu al dat het Baggergat er hoogstwaarschijnlijk niet eentje is", zegt Verbers.
De dorpsbewoners hebben er vrede mee. Vooral omdat het Baggergat volgens Verbers ook niet simpelweg een vijver is, maar waarschijnlijk een uitblazingskom. Dat is een tijdens de ijstijd door de wind uitgesleten laagte in het landschap.
Toch een vondst
Verbers is eigenlijk meer geïnteresseerd in een weiland tussen Spijkerboor en Nieuw-Annerveen. Na het bestuderen van kaarten denkt ze dat er op die plek een tot nu toe onbekende bocht van de rivier de Hunze ligt. Om dat vast te stellen is er wel weer wat praktijkonderzoek voor nodig.
De groep inwoners helpt maar al te graag ook mee met het onderzoek naar de oude rivierloop. Ondanks dat het Baggergat niet is wat ze hoopten, was het toch een geslaagde dag. "Je leert meer over je omgeving en dat is gewoon erg leuk", zegt Van den Bosch. "Nu misschien nog een informatiebord, zodat ook andere weten wat hier ligt.