EXLOËRVEEN - Nu er steeds vaker wolven in Nederland komen, wordt de roep om maatregelen luider.
Vanaf vandaag kunnen wolven worden gemeld bij de stichting Faunavisie Wildcare. Maar volgens de schaapherder van Exloërveen, Jos Robroek, is dit pas het begin."We lopen zes jaar achter op Duitsland. We moeten eigenlijk nog beginnen," legt Robroek uit. Hij wil dat de overheid gaat nadenken over een aanpak zoals in Duitsland.
"We willen de wolf graag terug, want het dier heeft een beschermde status, maar dan zul je ook wel moeten erkennen dat de wolf ergens van leeft en af en toe wild nodig heeft of een schaap nodig heeft."
Honden
Een voorbeeld waarin we achterlopen volgens Robroek is het gebruik van speciale honden om de schaapskudde te beschermen. "Dat wil men hier niet, terwijl dat gewoon is in Duitsland. Daar worden opgeleide, kant-en-klare honden verkocht voor heel veel geld," vertelt Robroek.
Bang
Robroek vreest voor het leven van zijn schapen, omdat zij al vaker doelwit zijn geweest van een aanval van een wolf. "Ik vind het niet erg dat een schaap een keer het slachtoffer zal worden van een aanval van een wolf. Wat ik wel heel erg vind, is dat ik de schapen kwijtraak die op hol slaan. Die komen in allerlei dingen terecht, zoals draden of in het moeras. Het indirecte gevolg is dus veel erger, ook omdat daar in de toekomst geen compensatie voor mogelijk zou zijn."
Compensatie
Voor een aanval van een hond krijgen herders geen compensatie van het Faunafonds, van een aanval van een wolf eventueel wel. Maar Robroek zit daar niet op te wachten. "Als ik zwart op wit kan aantonen dat een schaap door een wolf is gedood, dan zou ik eventueel 'de slachtprijs' kunnen krijgen. Maar bewijs vinden is erg lastig en het bedrag is erg laag."
Mensen
Toch hoeven mensen niet bang te zijn voor de wolf. "Ik denk dat het menselijke gevaar heel erg meevalt. De wolfsoort die het meeste contact heeft gehad met de mensen is waarschijnlijk de uitgestorven wolf. De wolf die het overleeft heeft is een nette wolf die zich onttrokken heeft aan de samenleving en pas nu weer een beetje komt oprukken."
Door: Josien Feitsma