Boeren moeten langer het gras op het land laten staan en minder bestrijdingsmiddelen gebruiken. Dat willen Natuurmonumenten en FrieslandCampina, die gaan samenwerken om Nederlandse melkveebedrijven te 'vergroenen'.
Daarnaast mogen melkveehouders, die melk leveren aan de zuivelcoöperatie, minder vaak het grasland ploegen. Daardoor komt er meer ruimte voor bloemen en kruiden die goed zijn voor vlinders, weidevogels en insecten. Ook is het bedoeling dat ze het voer voor de koeien zoveel mogelijk van het eigen land uit de directe omgeving halen.Het doel van de samenwerking tussen Natuurmonumenten en FrieslandCampina is een toename van het natuuroppervlak op het boerenland in 2025.
Duurzamere landbouw
Natuurmonumenten wil, door met boeren samen te werken, bijdragen aan de overgang naar duurzamere landbouw. “Maar liefst dertig procent van Nederland bestaat uit grasland voor de melkveehouderij, dus dat heeft in potentie een gigantische impact,” zegt Marc van den Tweel, algemeen directeur van Natuurmonumenten.
“De Nederlandse landbouw hoort op het gebied van voedselkwaliteit, productie en efficiëntie tot de wereldtop. Daar zijn we trots op. Tegelijkertijd is het duidelijk dat onze voedselproductie een hoge rekening neerlegt bij de Nederlandse natuur. Met deze samenwerking overbruggen we een kloof die lang heeft bestaan.”
Zichtbaar in het landschap
Daarnaast zal de samenwerking ook zichtbaar worden in het landschap. Melkveehouders en boswachters werken gezamenlijk aan het plaatsen van bomenhagen, houtwallen en bosschages. Niet alleen zijn die goed voor de verschillende diersoorten, maar ook zijn ze van oudsher onderdeel van het landschap.