De provincie Drenthe verdeelt 6,3 miljoen euro onder natuurpartners als Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en Het Drentse Landschap. Het geld komt van het Rijk en is bedoeld om de natuur weerbaar te maken tegen de uitstoot van stikstof.
De hoeveelheid stikstof in natuurgebieden is in de afgelopen jaren flink toegenomen. De stikstofuitstoot wordt veroorzaakt door mest uit de landbouw, verbranding van motoren in het verkeer en het gebruik van aardgas en steenkool in de industrie.Planten verdwijnen
De uitstoot van stikstof heeft grote gevolgen voor de natuur. Hoewel stikstof een voedingsstof is voor planten, zorgt te veel ervan voor problemen. Zo zijn er planten die extra hard groeien, waardoor ze anderen verdringen. Als er niets gebeurt, groeien hierdoor de natuurgebieden dicht en verdwijnen er planten en dieren.
Om dit te voorkomen worden er landelijk maatregelen genomen zoals het afgraven van grond met veel stikstof, maaien, begrazen en het kappen van bomen. In Drenthe gebeurt dit in negen gebieden zoals het Fochteloërveen.
Werkzaamheden per gebied verschillen
Wat er moet gebeuren, verschilt per gebied. Zo worden in het Fochteloërveen bomen weggehaald, wordt geplagd en wordt de natuur begraasd door schapen. "De schapen zijn onze maaimachines. Ze leveren maatwerk en komen op de meest ontoegankelijke natte plekken. Bovendien passen ze in het landschap", vertelt boswachter Marjan Dunning van Natuurmonumenten.
Gedeputeerde Henk Jumelet: "De maatregelen zijn hard nodig om de natuur te beschermen en te zorgen dat het karakteristieke landschap niet verloren gaat zodat mens en dier van deze prachtige natuur kunnen blijven genieten."
De werkzaamheden duren tot 2021. In Drenthe vinden ze plaats in het Bargerveen, het Holtingerveld, het Fochteloërveen, het Mantingerzand, het Mantingerbos, het Dwingelderveld, het Drents-Friese Wold en Leggelderveld, de Drentsche Aa en de Elperstroom.