Het broedseizoen is tropentijd voor de vogelwerkgroepen in Drenthe. Vogels worden geïnventariseerd, onderzocht en een aantal jongen wordt geringd. Wat levert het ringen op, en wat betekent het voor de vogel zelf?
Bij het ringen wordt met een tang een metalen en/of kunststof ring om de poot van een vogel gezet. Op de ring staat een code. Die reeks van kleuren, cijfers en/of letters is geregistreerd bij het Vogeltrekstation. Deze organisatie beheert de ring- en terugmeldgegevens van de vogels.
Impact
De grootste vogel die dit voorjaar een ring kreeg was de kuiken van een zeearend. De term 'kuiken' lijkt niet te passen bij dit jong, waarvan de vleugels uiteindelijk een spanwijdte bereiken van zo'n twee meter. Het was de eerste zeearend in Drenthe die een ring kreeg. Het nieuws erover leidde op sociale media tot enkele verontwaardigde reacties: 'Hoezo met je tengels hieraan zitten? Laat ze met rust!' schrijft Jolanda bijvoorbeeld. En Willem zegt: 'Laat de natuur zijn gang gaan. Blijf er vanaf!'
"Zonder een goede onderzoeksvraag moet je er ook zoveel mogelijk van afblijven", stelt Aaldrik Pot van Staatsbosbeheer. "Door ringonderzoek komen we meer te weten over het gebruik van de ruimte, en welke eisen zo'n vogel eraan stelt. Aan de hand daarvan kunnen we maatregelen nemen om de vogel beter te beschermen. Denk bijvoorbeeld aan het instellen van rustgebieden."
Pot noemt het resultaat van zenderonderzoek dat eerder bij zeearenden is gedaan. Daaruit bleek dat een aantal overleed doordat ze windmolens tegenkwamen in hun vlucht. "Dankzij onderzoek krijg je een beter idee van wat de impact van de mens op het landschap is."
Bescherming
"Wil je iets beschermen, dan moet je er alles van weten", zegt Hans Hasper, die de oehoes in Drenthe in kaart brengt. Hij heeft dit voorjaar onder meer in Zuidwest-Drenthe een oehoejong geringd. Dat de vogel stress ervaart tijdens het ringen, daar zijn de vogelonderzoekers zich van bewust. Henk van der Jeugd, hoofd Vogeltrekstation: "Vanwege de stress is het altijd een afweging, maar we krijgen er een hele hoop voor terug. Het zorgt ervoor dat we vogels veel beter kunnen beschermen."
Sinds 1911 wordt er in Nederland geringd. In die periode was er helemaal niets bekend over de vogeltrek, over waar vogels vandaan kwamen en waar ze naartoe gingen. "Door het ringen is in kaart gebracht hoe de tropische en arctische gebieden met elkaar verbonden zijn, wat de patronen en routes zijn. Zo werd bijvoorbeeld ook bekend dat de Waddenzee hierin een cruciale schakel is", aldus Van der Jeugd.
Grauwe klauwier
Nu ligt de focus van de onderzoeken meer op de demografische stand van de vogels. Van der Jeugd noemt een voorbeeld: "Uit grootschalig ringonderzoek blijkt dat de overleving van jongen van de steenuil de afgelopen decennia omlaag is gegaan. Dat geeft aanknopingspunten om gericht verder onderzoek te doen. En om, als het nodig is, de leefgebieden te verbeteren."
Van der Jeugd haalt het succes van de grauwe klauwier aan. "Hij was in heel Nederland in de jaren 80 en 90 vrijwel uitgestorven. Er was nog een enkele populatie: in het Bargerveen. Daar is veel onderzoek naar gedaan, alle vogels zijn geringd. Daaruit bleek dat het vooral met de voedselvoorziening te maken had." Maatregelen werden genomen, het gebied werd natter. "En de grauwe klauwier wist zich eerst in heel Drenthe te verspreiden en stukje bij beetje heeft de grauwe klauwier heel Nederland gekoloniseerd."
Van groot belang in alle onderzoeken zijn de terugmeldingen. "Vind je ooit een vogel met een ringetje: meld het alsjeblieft bij het Vogeltrekstation. Dat kan op allerlei manieren, via de site, door te mailen, te bellen... De terugmeldingen zijn heel belangrijk", aldus Van der Jeugd.
'Verplichting naar de natuur'
Willem van Manen, die de zeearend ringde maar onder andere ook haviken ringt en onderzoekt: "Ik denk dat we een soort verplichting naar de natuur hebben, die we echt aan alle kanten heel erg aan het beïnvloeden zijn." Hij somt op: bestrijdingsmiddelen, CO2, de aanplant van bos en heide. "We drukken zo'n zware stempel op de natuur, dat het heel goed is om te kijken hoe die natuur ervoor staat, om dat bij te houden. Het ringen van vogels is daar gewoon één ding van."
Ringen mag overigens niet zomaar; er zijn in heel Nederland 570 mensen met een ringmachtiging. Daarvan zijn er 110 professioneel, de 460 anderen werken vrijwillig mee. Zij hebben allemaal een opleiding tot ringer gedaan. Van der Jeugd: "Dit aantal is voldoende, maar we moeten wel ons best doen om het op peil te houden. Er is behoefte aan verjonging. Daar moet je niet te licht over denken, je moet vaak vroeg opstaan, veel werken in het veld." Wie belangstelling heeft, vindt meer info bij het Vogeltrekstation.
Nieuwe ROEG!-serie
De komende weken zie je via ROEG! hoe verschillende vogelsoorten in Drenthe geringd worden. In acht reportages kom je meer te weten over de vogels, de werkwijze van de ringers en waarom de vogels van een ring worden voorzien. Dit is het eerste deel.