De ree doet het goed in Drenthe. De populatie blijft op peil, zo zeggen tellers uit de wildbeheereenheid Hondsrugveld.
In het eerste weekend van de lente zijn in Drenthe vrijwilligers, wildbeheereenheden en mensen van Staatsbosbeheer op pad om reeën te tellen. 's Ochtends vertrokken alleen al in Schoonloo zo'n veertig mensen rond half zeven om de dieren te spotten.Schutkleuren
Reeën zie je vooral in de schemering of bij zonsopkomst. Je ziet ze niet altijd, volgens de vrijwilligers. "Ze hebben schutkleuren en staan vaak tegen de bosrand aan. Dan is het wel eens lastig om ze te zien. Naarmate het later wordt, trekken ze zich terug in het bos", zegt een van hen.
Tom van Engers is secretaris van de wildbeheereenheid (WBE) Hondsrugveld. "We willen graag een goed beeld hebben van de wildstand. Maar ook ander wild tellen we."
Veel aanrijdingen met reeën
Langzaamaan wordt de populatie volgens Van Engers groter. Misschien zijn er wel te veel. "Het gaat heel goed met de ree. Dat zien we terug in onze WBE. Er worden ook meer dieren aangereden, momenteel 11,6 procent. Dat zijn er veel te veel. Het percentage zou terug moeten naar vijf tot zes procent."
De jagers, natuurorganisatie en vrijwilligers tellen drie maal. En drie keer op een andere plek. Daarna worden alle getallen opgeteld en in een formule gestopt. Uiteindelijk komt daar een beeld uit van het aantal reeën in Drenthe.
Draagkracht
Van Engers: "Er wordt op basis van het biotoop een berekening gemaakt wat de draagkracht van een gebied is voor wild. Daarbij kijk je ook naar de aanrijdingen. Daaruit komt naar voren of de populatie op orde is of dat er reeën geschoten moeten worden."
De eerste cijfers voor Hondsrugveld zijn al binnen, zo zegt Bert Dilling van de wildbeheereenheid Hondsrugveld. "We zitten op 330 bokken en 507 geiten. Daar moeten we op het gebied van afschot iets mee doen." Om het aantal beter in evenwicht te krijgen, moeten volgens hem dus meer geiten worden afgeschoten.
Uiteindelijk bepalen de provincie Drenthe, Faunabescherming en de wildbeheereenheden in Drenthe wat er moet gebeuren.
Door: Andries Ophof