De populatie muskusratten is historisch laag, dat meldt Waterschap Drents Overijsselse Delta. Daarmee krijgt het waterschap de waterkonijnen steeds beter onder controle. Ook andere waterschappen in Noordoost-Nederland vangen steeds minder muskusratten.
Noorderzijlvest, Hunze en Aa's, Drents Overijsselse Delta en Vechtstromen melden een daling van het aantal gevangen muskusratten van ruim een kwart: 27%. In het hele gebied van deze waterschappen zijn in de loop van de jaren veel minder ratten gevangen. In 2011 waren het er nog ruim 65.000, vorig jaar 9.254.
Muskusratten worden gevangen omdat ze gangen en holen graven in dijken en oevers. Dat heeft tot gevolg dat dijken kunnen instorten. Een volwassen muskusrat verzet met gemak twaalf kruiwagens zand per jaar. Daarom is de bestrijding van de waterratten in Nederland bij wet geregeld.
Waar er in 2016 nog ruim tienduizend muskusratten werden gevangen, zijn dat er in 2020 nog maar een kleine 2.700. Een daling van bijna 74 procent.
Muskusratten planten zich snel voort en kennen geen natuurlijke vijanden. De muskusrat is berucht om zijn graafschade en de ongeremde voortplantingsdrift. Ieder paar levert gemiddeld 20 knagende nakomelingen op. Met klemmen wordt de babyboom voorkomen.
Het is de bedoeling dat de muskusratten in 2035 zijn teruggedrongen tot aan de Duitse grens. Daarvoor moet het waterschap naar nul vangsten per kilometer. Een uitdaging voor de komende jaren, zegt waterschap WDOD.
Wel meer beverratten
De waterschappen zien wel dat er meer beverratten worden gevangen. Ook de beverrat komt niet uit zichzelf voor in Nederland, maar komt vanuit Duitsland het land binnen. Door de zachte winters zijn er daar meer ratten, die hun weg naar Nederland vinden. De meeste vangsten worden daarom aan de grens met Duitsland gedaan.
De aantallen beverratten zijn veel lager dan die van de muskusratten. Er werden vorig jaar 496 beverratten gevangen, tegen 321 in het jaar ervoor.