In de winter hoef je meestal niet bang te zijn voor teken, maar door het zachte weer zijn deze parasieten nu wel actief. Landschapsbeheer Drenthe roept op om na een wandeling in de natuur goed te controleren op tekenbeten.
"Bij een temperatuur van zes graden Celsius of meer worden teken bedrijvig," vertelt André Efftink van Landschapsbeheer Drenthe. "Op grashalmen aan de rand van paden zitten ze met hun voorste grijppootjes klaar om te kunnen meeliften met een dier of mens voor een bloedmaaltijd."
Het zijn er wel minder dan in de zomermaanden. "Bij nat weer houden ze zich vaak schuil," legt Efftink uit. "Een teek kan heel lang zonder eten en drinken. Zolang ze niet uitdrogen blijven ze op de grond tussen de bladeren zitten. Pas als de zon een paar dagen schijnt komen ze tevoorschijn."
Met André Efftink op zoek naar de teek (verhaal gaat verder onder de video):
Grootste kans in Drenthe
De kans op een tekenbeet is in Nederland het grootst in Drenthe. Dat blijkt uit onderzoek van het RIVM en Wageningen University & Research. De afgelopen tien jaar werden in Drenthe de meeste meldingen gedaan in verhouding tot de bevolkingsomvang.
Twintig procent van de teken is besmet met de Lymebacterie. De kans op ziekte van Lyme is na een tekenbeet twee tot drie procent. De ziekte van Lyme begint met verkleuring van de huid. Vaak is dat een rode cirkel rond de beet. Maar het kan ook een egale gekleurde vlek zijn. In het begin kunnen griepachtige klachten ontstaan.
Als de ziekte niet op tijd wordt behandeld verschillen de symptomen per persoon. Patiënten krijgen soms last van tintelingen, gewrichtspijnen, hartritmestoornissen of aangezichtsverlamming. De ziekte wordt behandeld met antibiotica.