Reeën die moeten wennen aan het verkeer dat door de zomertijd een uur eerder op gang komt en reekalveren die hun eigen weg zoeken. Het is deze maand extra goed opletten als je in de auto stapt en de weg opgaat.
Elk jaar wordt er rond de invoering van de zomertijd voor gewaarschuwd. Pas op voor overstekende reeën. Het klinkt wat ongeloofwaardig, maar het aantal aangereden reeën ligt elk jaar in de periode na de invoering van de zomertijd hoger dan op andere momenten per jaar. "Reeën zijn gewoontedieren, die steken op bepaalde tijden over", zegt Martijn van Dooren van vereniging Het Ree.
"Als de drukte van de spits verschuift, dan wringt dat met het oversteken van reeën, legt Van Dooren uit. "Het zijn schemerdieren. Dus als de spits een uur eerder op gang komt, dan kan dit even spaak lopen."
Jonge bokken verstoten
Maar het is niet alleen de zomertijd die ervoor zorgt dat het aantal botsingen tussen auto's en reeën piekt in april en begin mei. "Natuurlijk bewegen reeën in de lente meer dan in de wintermaanden. Dat heeft met hun spijsvertering te maken. Die is in de winter niet optimaal", weet de reeënkenner.
Maar misschien wel de belangrijkste oorzaak van ongelukken is de natuur van deze dieren. "Territoriale bokken beginnen aan het begin van de lente met het afbakenen van hun leefgebied. Tegelijkertijd stoten de drachtige geiten hun kalveren, vooral jonge bokken, af. Die bokken gaan vervolgens op zoek naar een eigen territorium. Daardoor komen ze op plekken die ze niet kennen, op plekken die niet geschikt zijn voor een ree. In principe houden deze dieren van rust, dekking en voedsel. Maar dan zie je ze ineens in tuinen en langs dorpsgrenzen. Ze zijn overgeleverd aan zichzelf."
Volgens Van Dooren is die periode aan het einde van april of begin mei ten einde. "Dan hebben die jonge bokken een plekje gevonden, hebben de geiten hun kalveren geworpen. Het ene jaar is dit iets vroeger dan het andere jaar, dat heeft met de zon te maken. Als het voorjaar vroeg begint, zie je dat dit proces eerder begint dan wanneer het voorjaar maar langzaam op gang komt."
Ongelukken voorkomen
Vaak wordt gezegd dat als er veel wild wordt aangereden, er ook veel wild in die regio leeft. Dat geldt zeker voor het aantal reeën in Drenthe. Elk jaar telt de provincie er in het voorjaar zo'n 10.000. Tegen de zomer zijn het er ruim 13.000 en na de jacht in het najaar wordt dit aantal weer teruggebracht tot ongeveer 10.000. Maar ongelukken waarbij een ree is betrokken, kun je beter voorkomen, zeggen ze bij vereniging Het Ree.
"Als iemand zo'n aanrijding overkomt, gaat dit diegene meestal niet in de koude kleren zitten. Maar ook voor een ree kan het grote gevolgen hebben", zegt Van Dooren. "Als het dier in een keer dood is, dan is het nog niet zo ernstig. Maar we weten niet hoeveel dieren een tik krijgen en na een paar weken pas doodgaan. Niet alle aanrijdingen worden gemeld. Dat moet wel. Want als een dier lijdt, kunnen speciaal opgeleide reebeheerders het licht uitdoen."
Om ongelukken te voorkomen, adviseert vereniging Het Ree automobilisten om in de lente, zeker op N-wegen langs bospercelen tijdens de schemering, maximaal 60 kilometer per uur te rijden. "Tot die snelheid kan wild het gedrag van een auto nog inschatten. Bovendien heb je zelf meer tijd om te remmen."
Voor automobilisten die een aanrijding met een ree hebben gehad is er een speciaal telefoonnummer, dat is te vinden op de site van FBE Drenthe.