De Jantina Hellingmolen in Aalden is één van de bijna veertig molens in onze provincie. Op deze plek aan de Molenwijk hebben achtereenvolgens verschillende molens gestaan. De korenmolen die er nu staat, werd in 1891 gebouwd.
Vroeger was het beroep van molenaar essentieel. In ieder dorp stond wel een molen en de inwoners waren hierop aangewezen voor het meel voor hun dagelijks brood. Tegenwoordig zijn het veelal vrijwilligers die de overgebleven molens draaiende houden.
Vrijwillig
In Aalden bekommeren drie molenaars zich om het monument. "We wonen allemaal binnen vijfhonderd meter van de molen", vertelt vrijwilliger Ron Schreuder. "We willen graag dat de molen wekelijks draait. Dennis is hier het langst molenaar en hij was alleen. Het was vaak een probleem om er iedere week te zijn maar nu kunnen we het mooi opdelen met z'n allen."
Stampen
Schreuder en collega Hans Hordijk zijn net geslaagd. "Het is een gildesysteem waarbij je een leermeester krijgt. Je gaat drieënhalf jaar iedere zaterdagmiddag naar de leermeester voor praktijkonderwijs want je moet goed leren omgaan met de molen", legt Hordijk uit. "Je bezoekt ook een aantal andersoortige molens. En je krijgt een dik pak aan theorie over alle houtjes in een molen. Je moet heel veel weetjes in je hoofd zetten. Ik zeg altijd 'het is nog erger dan Duitse woordjes leren op de middelbare school'."
Het verhaal gaat verder onder de foto
Jantina
De eerste molen op deze plek stamt uit 1652. Halverwege de achttiende eeuw kocht Willem Helling de molen en sindsdien is zijn familienaam ermee verbonden. In 1853 liet zijn kleinzoon, ook Willem Helling geheten, een grotere molen bouwen. De huidige molen is naar zijn kleindochter Jantina vernoemd. Na een brand in 1890 werd zij in 1899 eigenaar van de nieuwgebouwde molen.
Eigenaren
In 1949 verkochten haar erfgenamen de inmiddels zeer vervallen molen voor een symbolisch bedrag aan de zuivelfabriek en malerij Zweeloo en drie jaar later restaureerde molenmaker Roemeling uit Eext het gevaarte. De vereniging Vrienden van de Aeldermeul ontfermde zich sinds 1981 over de molen en vier jaar geleden werd Stichting Het Drentse Landschap eigenaar.
Verhoging
De molen staat op een verhoging of belt om zoveel mogelijk wind te vangen. "We staan hier in de belt", aldus Hordijk. "Je kunt zien dat je door de belt heen kon rijden met een kar. Het graan werd omhoog gehesen en het gemalen graan kwam weer in zakken meel naar beneden. Daar ging het op de kar en die kar reed weer naar buiten."
Hogerop
"Hier hebben we het luiwerk", laat Schreuder een verdieping hoger zien. "Dat wordt gebruikt om de zakken graan naar boven te hijsen. Als de zakken boven zijn, brengen we ze naar de graantafel. Dan gaat het graan in de kaar en van de kaar gaat het via de schuddebak in de steen. Je hebt twee stenen, een ligger en een loper, met een bepaalde vorm en daar wordt het graan vermalen tot meel."
Buiten
De molenaars houden van hun werk. "Naast de techniek is het grote voordeel dat je lekker buiten bezig bent, zelfs binnen in de molen is het eigenlijk buiten", aldus Hordijk. "Wat ik ook heel mooi vind, is kinderen uitleggen hoe een molen in elkaar steekt. Dus met bezoekers omgaan is wel het mooiste van dit werk."