Dit weekend vindt de achttiende Nationale Tuinvogeltelling plaats. Jaarlijks organiseren de Vogelbescherming Nederland en Sovon Vogelonderzoek Nederland deze telling om gegevens te verzamelen over de vogels in onze achtertuin.

Hoe meer mensen meedoen, hoe meer we te weten komen over deze vogels. Iedereen kan meetellen. Hoe kun je dat het beste doen? Volg deze drie stappen:

1. Vandaag, morgen of zondag tel je een half uur de vogels in de tuin of op het balkon. Vogels die overvliegen tellen niet mee. 

2. Schrijf alle waarnemingen van een soort in de tuin of op het balkon op. Maar tel deze waarnemingen niet bij elkaar op, want dan heb je kans dat je vogels dubbel telt. Geef alleen het hoogste aantal van een bepaalde soort door die je tegelijkertijd hebt waargenomen. Als je eerst drie koolmezen tegelijk ziet en later nog eens vijf koolmezen, dan geef je vijf koolmezen door.

3. Je kunt de telling doorgeven via de tuinvogels app of via deze website. Het telformulier staat sinds vanochtend 8.30 uur klaar. 

Lees ook: Huismus meest getelde vogel in Drenthe in 2018

Tip
Nog een tip van de Vogelbescherming: als er veel vogels tegelijk op een plek zitten, bijvoorbeeld op een voederplank, maak dan een foto met je smartphone. Je kunt dan naderhand rustig tellen hoeveel vogels er zaten.

In deze video zie je hoe je goed kunt tellen:

Resultaten tuinvogeltelling
De Nationale Tuinvogeltelling is een zogeheten citizen-scienceproject. Dat betekent dat Nederlanders betrokken worden bij het verzamelen van gegevens over een bepaald onderwerp. Dankzij de tuinvogeltelling weten we steeds beter hoe vogels gebruik maken van onze tuin.

De huismus is in al die jaren de meeste getelde tuinvogel, gevolgd door de koolmees en de pimpelmees. De merel werd tot 2017 in de meeste tuinen geteld, maar sinds vorig jaar staat deze vogel niet meer in de top drie. En de grote bonte specht wordt meer in de tuin gezien als er sprake is van een koude winter.