Sinds 1987 tellen biologen en boswachters hoeveel vleermuizen overwinteren in de voormalige aardappelkelder van kamp Westerbork. "Het is een soort kasteel met allerlei pilaren", zo beschrijft boswachter Pauline Arends het interieur van de kelder.
"Veel beton. Vocht aan de muren; zelfs druipsteen. En dan zie je overal vleermuizen hangen. Aan het plafond, aan de muren. Zelfs aan een touwtje of achter een stuk vochtig hout. En het is donker."
In de kelder komen meerdere vleermuissoorten voor, maar sinds de start van de tellingen liep de hoeveelheid baardvleermuizen opvallend op, tot 1.006 in 2012. "Echt een spectaculaire toename. Heel bijzonder."
Coronamaatregelen voor vleermuizen
Vorig jaar werd vanwege de pandemie niet geteld. Dit jaar wel, maar namen de tellers wel extra maatregelen. " Mondkapje op, anderhalve meter afstand. Vantevoren testen." De bekende maatregelen, maar deze namen de tellers om de vleermuizen niet te besmetten.
"Ergens wordt de bron van corona gekoppeld aan vleermuizen. Dat geldt niet voor onze Nederlandse vleermuizen, maar je wil dat niet riskeren. Je neemt geen enkel risico", verklaart Arends.
Dramatische daling
De populatie baardvleermuizen kan tegenwoordig ook geen risico meer nemen. Tien jaar geleden kwamen in de aardappelkelder nog ruim duizend van deze soort overwinteren, maar afgelopen jaar hoefden de onderzoekers maar tot 31 te tellen. Van de andere soorten bleef de populatie gelijk, maar het aantal baardvleermuizen loopt al jaren terug.
"Het lijkt een Drents probleem, want landelijk gaan de aantallen niet achteruit. Wel een beetje, maar dat komt omdat het hier achteruit gaat", zegt Arends.
Drents mysterie
Natuurlijk wordt onderzoek gedaan naar mogelijke oorzaken, maar die komen vooralsnog blanco terug. "Het is landelijk opgepakt door de zoogdiervereniging en de vleermuiswerkgroep. Er zijn vleermuizen gevangen, maar ja het zijn zulke minimale aantallen dat het onduidelijk blijft."
De onderzoekers wilden ook vleermuizen zenderen, maar de aardappelkelder ligt pal naast de sterrenwacht, waardoor dat niet mogelijk was. Inmiddels zijn de aantallen zo laag dat het maar de vraag is of dat nog zin heeft.
"Op zich het blijft een fantastisch object. Met de andere vleermuizen gaat het goed", zo besluit Arends. "We gaan maar gewoon door. Hopelijk komen we er nog een keer achter wat het is."