De laatste jaren neemt het aantal torenvalken versneld af. Sinds 2017 staat de soort op de Rode Lijst van Nederlandse broedvogels. In Drenthe doet de roofvogel het wel goed, mede dankzij de inspanningen van de Werkgroep Torenvalken van de Vogelwacht Uffelte en omstreken.
Vrijwilligers van de werkgroep plaatsen en onderhouden nestkasten, voorzien de kasten van camera's en ringen de jongen. De gegevens die zo verzameld worden, helpen bij het beter beschermen van de torenvalk. De beelden geven informatie over het nestproces, van paarvorming tot het eierenleggen en uitvliegen van de jongen. De ringen geven informatie over de verspreiding van de jongen.
Aantal jongen
Het is een redelijk jaar voor de torenvalken, aldus Wim Snoeken, coördinator van de werkgroep. "We hebben hier een nestje van drie en een nestje van vijf met mooie, grote jongen. Normaal gesproken hebben we veel nesten met vijf jongen, dus drie valt een beetje tegen." Zo'n twintig van de dertig nestkasten zijn bewoond. Het aantal torenvalken hangt nauw samen met het aantal prooidieren, vooral muizen. "Afgelopen jaar waren er weinig muizen en dan heb je automatisch ook minder valken."
Zie hier hoe de jongen in Nijensleek worden geringd. (Tekst gaat verder onder de video)
Werkzaamheden
"Het enige dat wij doen is nestkasten plaatsen op plekken waar wij de valk verwachten", legt Snoeken uit. "In het verleden was het altijd 'ik wil graag een kast', dus dan kwam er een kast." Deze plek in Nijensleek waar de jongen geringd worden, is perfect voor de torenvalk. "Dat komt door de ruimte. In een goed jaar weet je dan bijna 100 procent zeker dat er een valk komt."
In het voorjaar maken de vrijwilligers de nesten schoon. "We plaatsen nieuw nestmateriaal in de vorm van houtschilfers en dan is het wachten op de valk. Die kruipt in de kast, maakt zelf geen nest en legt eieren in de houtschilfers. Nu zie je dat de kast vol zit met braakballen. Aan het eind van het seizoen maken we de hele kast weer schoon en doen we er nieuw nestmateriaal in", aldus de coördinator.
Broedsucces
Van oudsher broeden torenvalken in oude (kraaien)nesten, maar tegenwoordig maken ze vooral gebruik van nestkasten. "Wij hangen die kasten speciaal op om de vogels te helpen", vertelt Snoeken. "We plaatsen alle kasten in palen of lantaarnpalen. Dat doen we tegen predatie. Eerder hingen de kasten in bomen, maar de laatste jaren hadden we nauwelijks nog jongen omdat ze ten prooi vielen aan boom- en steenmarters. Nu komen bijna alle nesten uit en vliegen bijna alle jongen uit."
Een stelletje torenvalken heeft één nest per jaar met gemiddeld vier tot zes eieren. Na een kleine maand komen de eieren uit en na nog een maand zijn de jongen vliegvlug. De gezonde jongen die ieder jaar weer uitvliegen geven Snoeken veel voldoening. "Ik doe dit al meer dan veertig jaar. Op een gegeven moment groei je erin. Ik vind torenvalken gewoon spannende beesten, lekker fel."
Einde seizoen
Snoeken heeft nog zes à zeven nesten te ringen en dan zit het er weer op voor dit jaar. "We hebben nog wel wat werk te gaan. Het is een raar jaar. Enerzijds hebben we jongen die bijna uitvliegen, maar anderzijds hebben we ook jongen die een dag of zes, zeven oud zijn. We zitten nog tot half juli in de torenvalken, een mooi lang seizoen."