Wie deze tijd van het jaar de waterrijke natuur ingaat, kan veel lege pantsertjes tegenkomen. Het zijn de overblijfselen nadat het insect eruit geslopen is. Maar waar het ontpopte insect met regelmaat wordt vastgelegd door fotografen vanwege zijn mooie verschijning, ziet de larve zelf er maar griezelig uit.
In scherp contrast met het bruine pantser van de larve, staat de libelle bekend om zijn felgekleurde, ranke lijfje. Het verschil zit 'm in het doel van de kleurrijke libel: die zoekt een partner, zegt René Manger van Libellenwerkgroep Drenthe. "Dat is echt een eindstadium", zegt hij. Dat terwijl de larve voornamelijk bezig is met eten. Maar het uiterlijk waar wij de libelle doorgaans mee associëren, heeft het insect maar zo'n twee weken. Voor die tijd maakt het vele gedaanteverwisselingen door.
Fase 1: ei
Libellen leggen hun eitjes in het water. Daar komt heel wat acrobatiek bij kijken, want libellen zelf kunnen niet zwemmen. De vrouwtjes vliegen laag over het water en dippen met hun staart naar beneden om de eitjes veilig te deponeren, tot wel duizend stuks. Een iets minder gevaarlijke tactiek die ook wel eens toegepast wordt, is dat de libelle haar eitjes in een plant inbrengt.
Fase 2: prolarve
Wanneer het eitje uitkomt, verschijnt er een wormachtig diertje. Dit pootloze beestje noemen we een prolarve. De prolarve zoekt een geschikt plekje om te vervellen en daaruit komt een jonge larve. De larven van de libelle worden ook wel 'nimfen' genoemd.
Fase 3: nimf
Hun naam doet vermoeden dat ze lieflijk zijn als een fee, maar nimfen lijken meer op de grote boze wolf: grote ogen en grote kaken, waarmee ze prooien kunnen vangen die net zo groot zijn als zijzelf. Ook hebben ze drie paar poten.
Nimfen vervellen ontzettend vaak: negen tot zestien keer. Ze hebben nog meer 'monsterachtige' kenmerken dan alleen grote, verslindende kaken. Achter hun kop zit namelijk een grijper die ze uit kunnen klappen, en waarmee ze hun prooi vangen. Dit larvenstadium kan meerdere jaren duren.
Fase 4: imago
Je zult de larven niet snel zien, want ze blijven in het water leven totdat ze klaar zijn om in een libel te transformeren. Pas dan kruipen ze naar de waterkant.
Het verpoppen is een arbeidsintensief proces: de huid breekt open bij de thorax, en het imago - zo heet deze laatste levensfase van de libel - grijpt zich vast aan een plantenstengel of iets soortgelijks en trekt zichzelf zo zijn oude vel uit. Ook pompt het zichzelf naar buiten met behulp van lichaamsvloeistoffen. Dan moet het imago nog een poos in de zon zitten drogen voordat het weg kan vliegen.
Chitinepantser
Het velletje dat overblijft zie je op onderstaande foto. Maar wat zijn die witte draadjes? "Dat is eigenlijk gewoon de verbinding van de larvehuid, het chitinepantser", vertelt Manger. "Dat droogt uit als hij uitgeslopen is. Het is hoornachtig materiaal dat verdroogt, je kunt het wel twintig jaar bewaren. Maar in de natuur wordt het natuurlijk nat en dan verteert het gewoon."
Chitine is een bouwstof in de celwanden van het exoskelet van geleedpotigen. Geleedpotige is de verzamelnaam voor koudbloedige, ongewervelde dieren, zoals insecten en spinnen die een uitwendig skelet hebben - een exoskelet dus.
Massaal uitsluipen
Vooral in deze tijd van het jaar kan je veel van deze chitinepantsers tegenkomen. "In het voorjaar sluipen heel veel libellen tegelijk uit", aldus Manger. "De rest van het jaar gebeurt het ook, maar niet zo massaal als nu, dus het valt niet zo op." Toch kunnen we het hele voorjaar en zomerseizoen lang libellen zien. Dat komt omdat verschillende soorten libellen op verschillende momenten uitkomen.
En ten slotte: moeten we bang zijn dat we gebeten worden door een libel? "Nee, dat is echt een fabeltje", stelt Manger gerust. "Als je ze hard vastpakt dan bijten ze nog wel eens, maar je moet er natuurlijk ook gewoon van af blijven."