Mollen komen in bijna heel Nederland voor, maar waar precies? Iedereen wordt opgeroepen mee te doen aan de mollen(sporen)telling om hier meer duidelijkheid ver te krijgen.
De mol staat niet vaak in de spotlights. Om hier verandering in te brengen is dit weekend de tweede editie van het Mollenweekend. Op 8 en 9 februari kunnen mensen op zoek gaan naar mollen(sporen). De Zoogdiervereniging, Vroege Vogels, Natuurpunt en de Jaarrond Tuintelling roepen mensen op om mee te doen en de waarnemingen door te geven.
Hiervoor is een speciaal mollenmeldpunt. Waarnemingen die in de tuin zijn gedaan mogen ook via de Jaarrond Tuintelling ingevoerd worden. De meest voorkomende mollensporen zijn natuurlijk molshopen. Vooral in weilanden, parken en tuinen vallen deze goed op. De kans dat je een levende mol of andere sporen zoals uitwerpselen of pootafdrukken ziet is een stuk kleiner.
Meer aandacht voor de mol
Het doel van de telling is om de verspreiding van de mol nog beter in kaart te kunnen brengen. Daarnaast is het een goed moment om meer te weten te komen over het 'verstopte' beestje. Volgens de initiatiefnemers is er namelijk maar weinig aandacht voor de mol.
De mollen(sporen)telling is een mooi moment om dit te veranderen. Uit deze telling kan overigens geen conclusie worden getrokken over het aantal mollen. Dit komt omdat het aantal mollensporen niet meteen iets zegt over het aantal mollen in een gebied.
Mollenfeitjes
Wist je dat de mol gangen graaft om op zoek te gaan naar eten en vrouwtjes? Door het graven van deze gangen werkt de mol losgekomen grond omhoog. Hierdoor ontstaan de bekende molshopen. Het eigen gangenstelsel wordt ook verdedigd tegen buitenstaanders. Men betwist hierom ook vaak het effect van mollenklemmen. Aangezien een soortgenoot al gauw gebruik maakt van het vrijgekomen gangenstelsel.
Wist je dat de mol zich zowel voor- als achteruit voortbeweegt in het gangenstelsel? Daarnaast kan de mol ook goed zwemmen en klimmen.