Het gaat slecht met de weide- en akkervogels. Bijna overal neemt hun aantal af. Maar niet op het land van Maurits Tepper in Leutingewolde. Door verschillende ingrepen lijkt het er op dit moment een grote kraamkamer.
Tsjilp, tsjilp, tsjilp. Wanneer je langs het land van de veehouderij van Tepper loopt in het Leekstermeergebied, is dat wat je hoort, afgewisseld met geblaat van de Groninger blaarkoppen. Tussen het hoge en lagere gras scharrelen weidevogels rond. Een koppeltje kieviten vliegt door de lucht.
Basis van de bodem
Bert Dijkstra geniet wanneer hij er rondwandelt. Bij een onbeduidend polletje gaat de projectleider van Landschapsbeheer Drenthe door de knieën en veegt met zijn handen wat gras opzij. Vier bruin gestippelde eitjes komen tevoorschijn. "Dit is het nestje van een tureluur. Die maakt altijd nesten in een polletje en trekt er het gras overheen. Daardoor zit het goed verstopt."
Zes jaar geleden begon Tepper hier samen met zijn vrouw een boerderij. "We zagen destijds dat we iets anders konden doen. Omdat we met niets begonnen, konden we direct met een gesloten bedrijfssysteem starten. Dat betekent dat de koeien bij ons alleen gras van eigen erf krijgen. Zij maken daar weer mest van en dat is de basis van de bodem hier. Daardoor leven hier veel insecten en wormen en dat is interessant voor weidevogels."
(Artikel gaat verder onder de video)
Walhalla voor de weidevogel
Het land van Tepper is een walhalla voor de weidevogel. Dijkstra legt uit waarom: "Er zit structuur in. Delen met hoog gras worden afgewisseld met delen met laag gras. Dat vinden vogels als de tureluur en de kievit prettig, die zelf niet zulke lange poten hebben. Bovendien wordt de grond niet te zwaar bemest."
Tussen het gras zie je veel blaadjes en bloemetjes die je in het gemiddelde weiland niet tegenkomt. Kruiden. "Daar leven veel insecten op. De vogels kunnen hier tussendoor wandelen en snel voedsel oppikken", aldus de landschapsbeheerder.
In het midden van het land is het een drukte van jewelste rond een plas water. Vele kieviten van enkele weken oud scharellen rond de plas. Dit lijkt puur natuur, maar is het niet. Het is een plasdras, een plek in het weiland die is verdiept zodat er water blijft staan. De weidevogels genieten ervan.
Veel gevaar hebben de vogels ook niet te duchten. In ieder geval niet van de vos. Een speciaal vossenraster zorgt ervoor dat het roofdier niet op het land kan komen. En dat is nodig, volgens Dijkstra: "De vos hoort ook dat hier iets te halen valt. Als zo'n dier in het weiland komt, dan kan hij binnen enkele dagen alle eieren opeten."
'Geen boeren uitkopen'
Landelijk is er veel discussie over het uitkopen van boeren bij Natura2000 gebieden vanwege de stikstofuitstoot. Tepper bewijst dat het niet nodig is. Een boer kan juist ook voor natuur zorgen. "Ik hoop dat de overheid er zich bewust van wordt dat je boeren juist moet helpen richting een ander systeem, zoals het onze. Dan hou je de voedselproductie en maak je nieuwe natuur."
Dijkstra ziet ook mogelijkheden, maar denkt niet dat elke boer op dit systeem kan overgaan. Ten eerste moet je een mooi open gebied hebben dat vochtig is. En boeren zullen hun land anders moeten beheren. Dat is niet voor iedereen weggelegd. Zij moeten ook inkomen hebben.
De landschapsbeheerder ziet daarom ook graag dat terreinbeheerders mee gaan doen. "Zij zullen iets ruiger mest moeten geven en iets vaker moeten maaien. Dan kan dit landschap zich herstellen. Daarvoor liggen er mogelijkheden."