Met een groepje op zoek naar voedsel in het weiland of toch maar even pauzeren boven op een lantaarnpaal. Geen plek is te gek voor de ooievaar. Deze zomer lijkt de vogel meer dan ooit aanwezig te zijn in Drenthe, maar is dat eigenlijk wel zo?
"Mijn gevoel zegt dat het gaat om een kleine stijging ten opzichte van andere jaren", zegt Frits Koopman van ooievaarsstation De Lokkerij bij de Wijk. "Maar het is heel lastig om er iets definitiefs over te zeggen. De volgende ooievaarstelling is volgend jaar pas weer, dat geeft een beter beeld. Maar er zijn ook andere redenen waarom het nu lijkt dat er meer ooievaars zijn."
Eén van de redenen dat mensen de vogel meer zien heeft volgens hem te maken met de trektijd die van start is gegaan. Volgens Koopman komt de vogel dan op plekken waar ze normaal gesproken niet komen. "En dan zijn het er niet één of twee in een weiland, maar juist een stuk of veertig tegelijkertijd. Dat kan een vertekend beeld geven."
Vogelgriep
Elk jaar is er een wintertelling van de ooievaar in Nederland. Vrijwilligers van Stichting Ooievaars Research & Knowhow (STORK) voeren het onderzoek uit. Kijken we naar de cijfers, dan zijn er dit jaar 915 verschillende ooievaars gezien. Een jaar eerder waren het er nog 986. Een kleine daling dus. De grootste groep (102) werd gezien rond De Lokkerij in de Wijk. Een jaar eerder waren het er nog 150.
Volgens STORK kan mogelijk de vogelgriep tijdens het broedseizoen in 2022 hier een rol in hebben gespeeld. Op De Lokkerij brak het virus vorig jaar ook uit. Tientallen ooievaars gingen daardoor dood. Bij Koopman lopen er nu zo'n 100 tot 120 ooievaars rond op het moment. "We zien ook wel wat nestjes buiten De Lokkerij, maar er verdwijnen ook weer. Lastig in te schatten dus."
Onlangs is een rapport van Sovon Vogelonderzoek naar buiten gekomen over de stand van zaken rondom broedvogels in Nederland. Het jaar 2022 wordt onder de loep genomen. Ook de ooievaar komt voorbij. De onderzoekers concluderen dat het aantal ooievaars in Nederland is gegroeid. In 2021 waren er 1450 paren, maar dat aantal steeg een jaar later naar 1650.
'Hardnekkig gerucht'
Maar is het aantal ooievaars in onze provincie ook gevaarlijk voor kleinere weidevogels? Volgens Koopman is dat niet zo. "Een hardnekkig gerucht dat blijft voortbestaan." De vogelbescherming heeft in 2019 de braakballen van de vogel bestudeerd. Daar maken ze uit op dat ooievaars veel regenwormen, kevers, emelten en heel af en toe een mol eten. Dat beeld wordt nog eens bevestigd door de camera's die de vogelbescherming bij de nesten heeft staan.
De medewerker van de De Lokkerij bevestigt dat. "We werken hier al jaren, in de tussentijd hadden wij dan wel wat schade aan kleinere vogels moeten hebben gezien, maar dat is niet zo. Ook wij hebben de braakballen bekeken en zien met name schildjes van kevers, nageltjes van een muis en veel andere troep. Bijvoorbeeld steentjes of zelfs elastiekjes."
Volgens STORK krijgen jonge ooievaars wel eens een vogel in het nest gelegd. "Maar ook dan blijven ongewervelden een groot deel van het menu uitmaken", stelt de organisatie. Ook is er volgens hen in het verleden onderzoek gedaan of de weidevogel een prooi is voor de ooievaar, maar dit kon niet bewezen worden. De oorzaak voor de achteruitgang van de weidevogels moet volgens hen toch echt ergens anders gezocht worden.
Overlast?
De afgelopen jaren is de ooievaar vaker in het nieuws geweest vanwege overlast. Zo sprak RTV Drenthe in 2019 met een aantal omwonenden van De Lokkerij. Vooral de hoeveelheid poep zorgde voor frustraties bij bewoners van De Wijk. De meesten vinden het zwart-witte dier mooi, maar een aantal minder mag wel.
Ook spoorbeheerder ProRail worstelt met het groeiend aantal ooievaarsnesten boven het spoor tussen Groningen en Zwolle. De nesten kunnen heel zwaar zijn. Als er een tak valt kan dat leiden tot storingen in de wissels. Een nest dicht bij de bovenleiding is ook onhandig, vanwege het gevaar voor elektrocutie en brandgevaar. Dat is voor de ooievaar zelf een onveilige plek, maar brengt ook risico's met zich mee voor het spoor.
Om zoiets te voorkomen komt ProRail met een proef. Aramide draad, een soort nylondraad met hoge trekkracht, wordt over de lengte van het bovenleidingsportaal, bevestigingset en obstakel- en markeringbollen gespannen. Dat moet ervoor zorgen dat takken direct van de plekken afvallen waar ooievaars een nest willen maken. Dit najaar gaat de proef van start op vier plekken tussen Meppel en Hoogeveen.