Eigenlijk komen ze vooral voor in noord- en oost-Europa, maar als daar voedseltekort is komen ze en masse onze kant op: de kruisbekken. Dit jaar is ook zo'n invasie-jaar voor de vogel.
Kruisbekken zijn een soort vinken die vooral zaden van naaldbomen eten. Met hun gekruiste snavel peuteren ze de kegels van sparren, dennen en lariksen open.Geluid
Typisch aan de kruisbekken is dat het om verschillende soorten en types vogels gaat. Als je ze ziet zijn ze niet zo goed van elkaar te onderscheiden, maar als ze geluid maken lukt dat wel. Bij de ene soort klinkt dat als 'kuub', bij de andere als 'glip'.
Hoewel de vogels op elkaar lijken, kruisen de 'kuubers' niet met de 'glippers' en zullen ze dus ook niet samen een nest maken. Wat ook opvallend is: de verschillende types hebben allemaal verschillende snavels.
De snavel is aangepast aan het soort dennenappel waar de kruisbek voedsel zoekt. Wat dat betreft lijken ze wel een beetje op de beroemde Darwin-vinken van de Galapagos-eilanden: die hadden ook snavels die helemaal aangepast waren aan een bepaald soort voedsel.
Grote kruisbekken
Behalve de verschillende types gewone kruisbek, zijn er nog twee soorten die met een beetje geluk redelijk goed te onderscheiden zijn. Dat zijn de grote kruisbek en de witbandkruisbek.
De witband is het makkelijkst, maar ook het zeldzaamst. Hij heeft witte strepen op zijn vleugels en dat heeft geen enkele andere kruisbek. De grote kruisbek is moeilijker te onderscheiden: hij heeft een hele dikke snavel, dikke nek en lijkt daardoor wat op een papegaai.