De twee jongen van een kraanvogelpaar in het Hart van Drenthe zijn vliegvlug geworden. Daarmee is de eerste volledig succesvolle broedpoging in dit natuurgebied een feit. Ecoloog Peter Venema heeft de kuikens nauwlettend in de gaten gehouden.
Vorig jaar was al sprake van een succesvolle broedpoging, maar het jong had toen heel wat hindernissen te nemen en heeft het uiteindelijk niet overleefd. "Het was al een vrij groot jong", vertelde boswachter Pauline Arends destijds. "Alleen de vleugelpennen moesten nog uitgroeien, dan zou-ie kunnen vliegen."
Broedpogingen
Twee paren deden dit jaar opnieuw een broedpoging in het Hart van Drenthe. "Het stel dat vorig jaar een poging deed, ging in de herkansing, maar dat is opnieuw mislukt", vertelt Venema. Een paar keer in de week observeert hij de vogels. "Het tweede paar bleek in de eerste week van mei succesvol te hebben gebroed. Uit het gedrag van de vogels kon ik aflezen dat er één of meer kuikens moesten zijn."
Door de afstand en de hoge vegetatie bleven ze in eerste instantie nog onzichtbaar. Begin juli zag Venema het eerste jong over een grotere afstand vliegen.
Verstoringen
"Het is moeilijk met die kraanvogels", vertelt Arends. "Er zijn niet zoveel gebieden waar deze vogels kunnen broeden en verstoring speelt zeker een rol." Ook hier bleek dat het geval.
Op beelden van Venema is te zien hoe de dieren reageren op nietsvermoedende hardlopers die op 130 meter afstand passeren. Venema is van mening dat ook grote gebieden, zoals in het Hart van Drenthe, te klein zijn voor de kraanvogel. "Meer dan de helft van potentieel geschikt foerageergebied voor kuikens is onbruikbaar door te veel menselijke verstoring."
Kwetsbaar
"Jaren geleden hadden we gedurende meerdere jaren al kraanvogels in dit gebied", gaat Arends verder. "Maar het is ze steeds niet gelukt om te broeden of om jongen groot te brengen. Misschien waren het jonge dieren die nog niet geslachtsrijp waren."
Tot het moment waarop de jongen kunnen vliegen, blijven ze kwetsbaar. "Nu kunnen ze vliegen en dus wegkomen", vertelt Arends. "We zaten er al jaren op te wachten en ik heb gezegd: als we ze kunnen uitzwaaien, dan trakteer ik. Na de zomer ga ik dat zeker doen. En we gaan ervan uit dat ze volgend jaar terugkomen."