Zeldzaam is 'ie niet meer, bijzonder wel: de kolibrievlinder. Net als een kolibrie hangt de kolibrievlinder snel vliegend voor een bloem terwijl hij de nectar er met zijn lange tong uitzuigt. Lang duurt dit niet, de vlinder schiet van bloem naar bloem en is ook zo weer verdwenen.
Het aanplanten van bepaalde planten, vergroot de kans om dit schouwspel in eigen tuin te zien. De trekvlinder overwintert in Zuid-Europa en komt in het voorjaar naar ons land op zoek naar voedsel en een plek om zich voort te planten.
Voedsel
Tijdens het drinken is het net alsof de vlinders stil hangen maar in werkelijkheid gaan de vleugels zo snel heen en weer dat dit met het blote oog nauwelijks zichtbaar is. Het snelle vliegen kost veel energie die ze voortdurend moeten aanvullen. Kieskeurig zijn ze niet maar ze hebben wel een voorkeur voor bloemen met veel nectar. Op vlinderstruiken en kamperfoelie komen ze vaak voor. Maar ook vlijtige liesjes, distels en spoorbloemen kunnen op bezoek rekenen.
Voortplanting
Gaat het om nageslacht, dan is de vlinder een stuk selectiever. Alleen op verschillende soorten walstro worden de eitjes afgezet. De eitjes zijn rond en bleekgroen en lijken sterk op de bloemknoppen die zich aan de plant ontwikkelen. Hierdoor zien roofdieren de eitjes makkelijk over het hoofd en is de kans dat de rupsen uitkomen groter. Na een dag of twintig zijn de rupsen volgroeid en volgt de verpopping.
Winter
In juli en augustus zijn de rupsen te vinden en in augustus en september worden de meeste vlinders gezien. Maar steeds vaker worden de eerste exemplaren al vroeg in het jaar gezien en de laatste exemplaren tegen het einde van het jaar. Het kan zijn dat enkele pioniers een poging doen om hier te overwinteren.