Ze zijn niet makkelijk uit elkaar te houden, maar eentje is zeer zeldzaam en de ander zeer algemeen: de wilde narcis en de trompetnarcis. Vroeger kwam de wilde narcis veel voor in Drentse beekdalen en op boerenerven, maar tegenwoordig is deze inheemse bollensoort bedreigd.
Onderscheid maken
Iedereen kent de trompetnarcis, het is een van de vele bollen die in het tuincentrum verkocht wordt. Stefan Pronk van Landschapsbeheer Drenthe legt uit hoe deze te onderscheiden is van de wilde variant. "De bloem van de wilde narcis is ook geel maar een deel van de kroonbladen is wat lichter van kleur. De trompetnarcissen zijn hoger en vaak komt de bloem boven het loof uit."
Vindplaatsen
Op een van de terreinen van Waterleidingmaatschappij Drenthe (WMD) staan enkele wilde narcissen. Om de plant voor de ondergang te behoeden heeft Landschapsbeheer Drenthe enkele planten hier uitgepoot in een waterwingebied.
Dat gaat heel goed, aldus terreinbeheerder van de WMD Peter Bartelds. "In een waterwingebied wordt water gewonnen. De gebieden met bronnen zijn afgebakend en er mag geen enkele landbouwactiviteit plaatsvinden. Doordat er geen mest en bestrijdingsmiddelen op komen, is het een heel schoon terrein."
Lees ook: Komt er een Drentse bollenbank voor wilde narcissen?
In de tuin
Voor mensen met wilde narcissen in de tuin is het advies: rustig laten staan en niet te vroeg maaien want daar kunnen ze niet tegen. "Klapstoelbeheer noemen we dat. Lekker gaan zitten, van het vroege voorjaarszonnetje genieten en ondertussen kijken naar de wilde narcissen", aldus Pronk.
Lees ook: In actie voor de wilde narcis