Kennisdocument moet bijdragen aan bescherming kleine marterachtigen

Vrijdag 09 Februari 2024
  • De bunzing is familie van de hermelijn en de wezel (Rechten: Ajwetton via Pixabay)

De kleine marterachtigen bunzing, hermelijn en wezel zijn behoorlijk onzichtbaar en relatief onbekend. Het aantal van deze diersoorten loopt terug; de bunzing en hermelijn staan op de Rode Lijst als kwetsbaar, de wezel als gevoelig. BIJ12 heeft een kennisdocument gepubliceerd dat moet bijdragen aan de bescherming van deze marterachtigen.

Uit het document blijkt dat marterachtigen drie dingen nodig hebben om te overleven: voldoende voedsel, verbindingen tussen leefgebieden en geschikte verblijfplaatsen.

ROEG! duikt zaterdagavond in de wereld van de bunzing. Kijk vanaf 17.11 uur naar deze speciale uitzending over de bunzing op TV Drenthe, of kijk het later terug online.

Verzameld

Het kennisdocument vervult de behoefte van verschillende provincies die op zoek zijn naar goed beschikbare kennis van marterachtigen en de mogelijke maatregelen om een verdere afname te voorkomen. "Die kennis was vaak niet paraat of verspreid over het land", aldus ecologisch adviseur Jeffrey Peereboom. "Met als gevolg dat de handreikingen en richtlijnen per provincie verschilden. En daarmee ook de kwaliteit van de onderzoeken en adviezen van ecologische adviesbureaus. In 2022 is begonnen met het opstellen van het document en het resultaat is nu beschikbaar."

Aanbevelingen

In het rapport worden verschillende maatregelen genoemd die de kleine marterachtigen ten goede kunnen komen. Aangeraden wordt om werkzaamheden uit te voeren buiten de kwetsbare periodes, te weten tijdens de voortplanting, wanneer drachtige vrouwtjes op zoek zijn naar nestgelegenheid en wanneer de jongen net geboren zijn. Maatregelen die het leefgebied kunnen verbeteren, zijn het aanleggen van heggen, hagen, houtwallen en houtsingels die als beschutting en verbindingszone dienen.

Met het verbeteren van een leefgebied voor marterachtigen ontstaat er ook een plek waar de prooidieren zoals knaagdieren, konijnen en vogels zich kunnen ophouden. Daarnaast kan nieuw leefgebied gerealiseerd worden. Enkele eisen aan zo'n gebied zijn: voldoende voedsel gedurende het hele jaar, voldoende verblijfplaatsen en geen barrières zoals wegen of te steile oevers. Tot slot wordt het wegnemen van bestaande barrières aanbevolen en het plaatsen van faunapassages.

(de tekst gaat verder onder de foto)

Afbeelding
De hermelijn is een zeldzaamheid in Drenthe (Rechten: Saxifraga/Mark Zekhuis)

Bunzing

Alle marterachtigen vormen een familie die behoort tot de orde van de roofdieren. In ons land komen bunzingen, dassen, hermelijnen, boom- en steenmarters, otters en wezels voor. De bunzing is herkenbaar aan een donkerbruine vacht, een band van lichter gekleurde haren boven de ogen en een witte snuit. Het dier is klein en langgerekt, de lengte varieert tussen 28 en 45 centimeter. Een mannetje is tot tweemaal zo zwaar als het vrouwtje. Ze kunnen vijf tot zes jaar oud worden, maar leven meestal korter.

Bunzingen leven het grootste deel van het jaar alleen, in de paarperiode tussen eind februari en april zoeken ze elkaar op. De grootte van het territorium hangt van af van het voedselaanbod. De bunzing past zich aan het beschikbare voedsel aan en eet muizen, ratten, konijnen, amfibieën en vogels. Er zijn nauwelijks soorten die op de bunzing jagen. Het dier heeft een sterke geur en een grote wil om zichzelf te verdedigen.

Hermelijn

De hermelijn heeft een lange staart met een zwart puntje. Het dier heeft een zomer- en wintervacht. In de zomer is de vacht roodbruin. De buik is wit en als het voldoende koud wordt is het volledige dier in de winter wit van kleur. In ons land kun je in de winter zowel roodbruine als volledig witte hermelijnen tegenkomen. De lengte varieert tussen 21 en 29 centimeter. De dieren worden gemiddeld iets ouder dan een jaar.

Hermelijnen leven ook alleen, behalve tijdens het paarseizoen tussen mei en juli. De hermelijn is wat kieskeuriger dan de bunzing en eet vooral konijnen, woelratten en aardmuizen. Het leefgebied kan variëren van enkele tot honderden hectares, afhankelijk van het voedselaanbod. Grote roofdieren waaronder de vos, roofvogels en uilen hebben de hermelijn op het menu staan. Dit is een van de redenen dat hermelijnen maar kort leven.

Jaar van de hermelijn

In de hoop het tij te keren voor de hermelijn te keren heeft de Zoogdiervereniging het jaar 2024 uitgeroepen tot het Jaar van de hermelijn. "Hermelijnen zouden een algemene soort moeten zijn", aldus Peereboom. "Maar we zien dat ze steeds meer worden weggedrukt naar bepaalde regio's in het land, en steeds zeldzamer worden. De hermelijn is een paraplusoort. Als je maatregelen treft voor de hermelijn, of voor de kleine marterachtigen in het algemeen, dan help je daar ook een heleboel andere soorten mee."

(de tekst gaat verder onder de video)

Wezel

De wezel is het kleinste van het stel en wordt tussen de 13 en 23 centimeter lang. Het dier heeft een slank en langgerekt lichaam met korte poten en een korte staart. De rug is grijsbruin en de buik wit. De scheidingslijn tussen beide kleuren is rommelig, in tegenstellig tot die van de hermelijn die strak loopt. Het dier heeft iets weg van een muis die zich met sprongen verplaatst. De meeste dieren worden niet ouder dan één jaar.

Net als de bunzing en de hermelijn leeft de wezel alleen, behalve tijdens het paarseizoen. De wezel jaagt vooral op aardmuizen, rosse woelmuizen, veld- en bosmuizen. Ze hebben een sterke afkeer van spitsmuizen en eten deze alleen bij gebrek aan alternatieven. Wezels zijn kwetsbaar voor roofdieren, roofvogels en uilen. De hermelijn is de wezel de baas, de laatste wijkt waar nodig uit naar minder geschikt leefgebied om de hermelijn te mijden.

In beeld

Enkele jaren geleden heeft liefhebber en kenner van marterachtigen Matthijs Smaal een instrument ontwikkeld waarmee bunzingen, hermelijnen, wezels en andere kleine zoogdieren succesvol gefotografeerd kunnen worden, de Struikrover. De dieren bleken te snel voor een reguliere cameraval en brengen bovendien een groot deel van hun leven door in dichte vegetatie. "Nu hebben we eindelijk een apparaat in handen waar we goed mee kunnen inventariseren en dat is wel heel bijzonder", aldus bioloog Edo van Uchelen van de Marterstichting. De Struikrover maakt gebruik van een blikje sardientjes om de dieren te lokken en scherp en gecentreerd in beeld te krijgen.

Afbeelding
De wezel is het kleinste roofdier van Europa (Rechten: Marc Pascual via Pixabay)

Lees ook:

Contact
opnemen