Elke druppel regen die in het Fochteloërveen valt is goud waard. De tot nu toe zonnige zomer veroorzaakt droogte, terwijl vocht voor dit unieke hoogveengebied essentieel is. In het najaar beginnen de werkzaamheden om het water beter in het gebied vast te houden. Daarbij wordt ook het risico op brand verminderd.
Er is nog maar weinig hoogveen in Nederland, het Fochteloërveen herbergt een van die restanten 'oernatuur'. Maar het hoogveen staat onder druk, het gebied kampt met verrotte kades, waardoor water uit het gebied wegloopt. Zonder genoeg water klinkt het hoogveen in en gaat het uiteindelijk verloren. Daarom worden, na een onderzoeksperiode, de kades hersteld. Dit najaar beginnen de werkzaamheden.
De kades waren van hout. Nu komen er kades van zand en leem. Dat helpt de brandveiligheid op twee manieren: het gebied blijft uiteraard natter, er is minder kans op veenbranden. En daarnaast worden de kades zo gemaakt dat de brandweer het als pad kan gebruiken. Bij eerdere branden was het gebied op sommige plekken niet goed begaanbaar voor de brandweer.
Heet en droog
Het is zo droog en heet geweest dat de brandweer oproept om in de buurt van natuurgebieden geen vuurkorf aan te steken of te gaan barbecueën. In het waterrijke Fochteloërveen wordt daarbij ook gelet op mensen die tijdens de wandeling een sigaret opsteken - ook dat vormt een risico. Martin Snip, coördinator van Natuurmonumenten, attendeert bezoekers in het natuurgebied erop. "Je ziet wel het groene pijpenstro, maar de vegetatie eronder, de veenbodem en de heide zijn erg droog."
Snip is beducht op brand, hij heeft met eigen ogen de catastrofe gezien die het nalaat. Hij was bij de grote branden die 2011, 2015 en 2018 in het Fochteloërveen hebben gewoed. Die van 2011 en 2015 waren enorm, er ging in totaal zo'n 200 hectare verloren. Die van 2018 was kleiner, daar ging bijna 3 hectare in vlammen op. "Alle drie in het voorjaar. Ik word altijd wat zenuwachtig als het maart is. Er is dan een langere brandgevaarlijke periode: in het vroege voorjaar is een deel van de planten na de winter nog dood en droog. "
'Heel triest'
De branden in het Fochteloërveen zijn destijds met man en macht bestreden, verschillende brandweerkorpsen en helikopters rukten uit. Snip: "Heel triest om te zien hoe dat vuur zich door de vegetatie heen vrat. Bij een boompje knetterde het vuur en schoot het de lucht in. Dramatisch. De vogels, insecten, de slangen: alles onherkenbaar in de zwarte massa van vegetatie. Na afloop hebben we drie dagen nageblust." Het hoogveengebied is een natte omgeving. Toch kan hier brand woeden. "De droge vegetatie aan de oppervlakte brandt. Waar de bodem hydrologisch niet goed in orde is, daar slaat de brand de grond in. Zo kan het vuur onder de grond voortwoekeren en ergens anders weer bovenkomen."
De tekst gaat verder onder de foto
'Groene zee'
"Soms is een brand een soort reset, het brengt de natuurontwikkeling weer terug naar het begin. Dat hoeft niet verkeerd te zijn. Maar tegenwoordig zijn natuurgebieden kwetsbaarder en kleiner: een brand kan desastreus zijn voor populaties. In grotere gebieden kunnen populaties altijd wel overleven op een plek waar geen brand is - en van daaruit de locaties die verbrand zijn weer innemen. Dat is op het Fochteloërveen ook gebeurd."
Daarbij heeft Natuurmonumenten wel een handje geholpen. "Vooral het gras profiteerde na de brand: as is een voedingsstof. En de stikstofdepositie komt daar nog eens bovenop met extra voeding: allemaal in het voordeel van grassen en bomen. Het werd een grote, groene zee. We hebben geplagd en meer schaapskuddes ingezet om te zorgen dat de heide meer kans kreeg."
Na de tweede brand in 2015 was elke soort begroeiing op sommige plekken in het veld eerst welkom. Ze vormden de dekking voor slangen. De slangen, die in de grond hadden geschuild tijdens de brand, kwamen weer naar boven. De roofvogels hadden het voor het uitkiezen: op de verbrande vlakte hadden de slangen geen dekking en waren ze heel makkelijk te pakken.
Lange adem
Jarenlang waren de sporen van de branden nog in het landschap te zien. "Verkoolde heidestruiken zag ik nog jaren nadien. Die zie ik nu niet meer, maar het gebied heeft zich nog niet volledig hersteld. Er is behoorlijk wat heide teruggekomen, maar het duurt nog enkele jaren voordat de grote oude heidestruiken terug zijn. De schapen spelen hierbij een belangrijke rol; zij begrazen de heide en voorkomen dat er alleen maar gras terugkomt."
Snip: "Door de klimaatverandering kunnen we meer droge en warme periodes verwachten, we houden er rekening mee qua inrichting van het bos: we willen ervoor zorgen dat oplaaiend vuur niet makkelijk kan overspringen. Maar een bos kan je niet zo snel anders inrichten, dat is een kwestie van een heel lange adem."