De voortuin van het monumentale pand De Eerste Steen aan de Beilerstraat in Assen gaat op de schop. De eigenaar van het gebouw wil er een inheemse bloemenweide van maken, in de geest van de tegenovergelegen Roodbaardtuin.

Nu is de tuin nog een weide met alleen gras en onkruid. Leuk voor de schapen, die er delen van het jaar grazen, maar erg inspirerend oogt het niet. Het contrast met de pas opgeknapte Roodbaardtuin is groot. Landschapsbeheer Drenthe is daar vorig jaar aan de slag gegaan en heeft van de overwoerkerde wildernis een klein park gemaakt.

Verbinding

Het eindresultaat van de Roodbaardtuin is niet onopgemerkt gebleven bij Anton Veenstra, sinds ruim een jaar eigenaar van De Eerste Steen. Zijn eigen voortuin zou een verbinding kunnen vormen tussen zijn - pal naast het Asserbos gelegen - monument en het nieuwe park.

"Mensen nemen nu vaak foto's van De Eerste Steen, omdat het zo'n karakteristiek gebouw is. Maar nu ligt er een knollenveld voor. Terwijl het echt een in het oog springend stukje Assen kan worden", zegt Veenstra.

Slingerpaden

Daarvoor heeft de pandeigenaar een landschapsarchitect ingehuurd die ook aan de slag is geweest in de Roodbaardtuin. Veenstra wil graag dat er elementen van het park in de toekomst terug te zien zijn in de bloemenweide.

Kenmerkend voor de stijl van de oorspronkelijke architect, Lucas Pieters Roodbaard (1782-1851) de slingerende paden die zich een weg door de tuin zoeken. Een soortgelijk patroon wil Veenstra graag overnemen voor het project in de voortuin van De Eerste Steen. Het is overigens niet de bedoeling dat mensen door de tuin gaan lopen. "Maar foto's maken mag altijd", zegt Veenstra.

Arme grond

De grond onder de tuin is nu nog te rijk aan voedingsstoffen, waardoor diverse grassoorten en onkruid andere planten en bloemen weinig kans geven om te groeien. Vanaf begin volgende week wordt de voortuin omgespit en wordt de aarde vermengd met zand. Dat moet de grond geschikt maken voor verschillende soorten inheemse bloemen. Ecologisch hovenier Jurre Haagsma is verantwoordelijk voor het plantenleven dat de tuin zal bevolken. Biodiversiteit is daarbij het sleutelwoord.

Haagsma: "Het is erg belangrijk dat er inheemse bloemen en planten komen, de insecten die hier voorkomen zijn namelijk best kieskeurig. Het komt er een beetje uit te zien als een ecologisch beheerde berm. Die trekt ook insecten aan, die weer belangrijk zijn voor het verspreiden van de nectar."

Restaureren

Zodra de tuin klaar is, wil eigenaar Veenstra ook aan de slag met het monument zelf. Grote ingrepen gaat hij niet doen, maar er kan wel wat aan verbeterd worden. "Ik heb een vergunning aangevraagd om oude details te restaureren. Op foto's van vroeger zie je bijvoorbeeld een hekwerk dat nu verdwenen is. Dat zou ik wel graag willen herstellen."

Door: Hjalmar Guit