Jonge rode wouwen op de voet gevolgd

Donderdag 08 Augustus 2019
  • De rode wouw is roodbruin van kleur met lange, geknikte vleugels en een lange, gevorkte staart (Foto: Geert Drogt)
  • Route van zeven van de gezenderde jongen, waaronder een jong uit Drenthe (oranje) en het omgekomen jong uit Limburg (rood) (Foto: Stef van Rijn en Willem van Manen)

Het is een opvallende en niet vaak geziene verschijning: de rode wouw. Deze roofvogel broedt maar mondjesmaat in onze provincie en loopt veel risico om op onnatuurlijke manier dood te gaan. Sinds juni van dit jaar wordt het wel en wee van tien jongen, waaronder twee Drentse vogels, dagelijks gevolgd.

De rode wouw is een van de weinige vogelsoorten die bijna uitsluitend in Europa voorkomt. Een substantieel deel van de jonge vogels sterft als gevolg van een aanvaring met windturbines of door vergiftiging. Als aaseters krijgen zij via hun prooien veel gif binnen. Het gaat dan ook niet goed met de vogel.

Ringen en zenders
Sinds 2010 broeden er jaarlijks minder dan tien paren in ons land en sinds 2017 zijn er enkele broedgevallen in Drenthe bekend. Om vast te stellen waar deze vogels vandaan komen, hebben onderzoekers Stef van Rijn en Willem van Manen jonge vogels geringd en gezenderd. Mogelijkerwijs komen zij uit Duitsland en België waar enkele populaties wouwen het goed doen.

Lees ook: Rode wouw vestigt zich in Drenthe​

Vroegtijdig overlijden
Van Rijn houdt de bewegingen van de vogels nauwlettend in de gaten. "Ik zie het meteen als er iets mis is en sla dan alarm. Net zoals vorige week toen een van de zenders zich onder een windmolen bevond en niet bewoog. Ik heb een vriend gevraagd om te gaan kijken. Hij vond het jong met een gebroken vleugel en schedel pal onder de windturbine. Het was op slag dood. En dat nog wel op de dag dat het dier uitvloog."

Gedrag achterhalen
Met behulp van de gegevens uit de zenders over vliegbewegingen en vlieghoogte hopen de onderzoekers te achterhalen hoe de dieren reageren op de windmolens die zij tegenkomen. Proberen zij het obstakel te vermijden door er overheen of onderdoor te vliegen of zien ze geen gevaar en vliegen ze gewoon door.

Drentse jongen
De Drentse jongen is het beter vergaan. Een van hen bevindt zich inmiddels nabij het Duitse Hameln in de buurt van Hannover. Van Rijn: "Blijkbaar heeft hij een plek gevonden waar genoeg voedsel is. Hij blijft dan even hangen en trekt waarschijnlijk over een paar weken weer verder."

Het andere jong verliet het nest wat later en vloog richting het noorden van Duitsland. "Momenteel bevindt hij zich ten oosten van Bremerhaven maar hij vliegt nog steeds. De overige jongen zijn ook allemaal uitgevlogen, sommige zijn nog in Nederland en de rest is vertrokken richting de omvangrijke wouwenpopulaties in België en Duitsland."

Drentse populatie
Vorig jaar waren er drie broedparen in Drenthe, dit jaar slechts één. "Toch zegt dat niet zoveel", aldus Van Rijn. "De populatie in Nederland lijkt zich te stabiliseren maar om echt wat te zeggen moet je het langer in de gaten houden. Jonge wouwen broeden pas na drie jaar. Bovendien moeten de jongen wel blijven leven."

Conclusies
Daarom is dit een belangrijk project, dat ook komend jaar en in 2021 een vervolg krijgt. Van Rijn: "Met dit project kunnen we heel goed de vinger aan de pols houden. Wat de jongen gaan doen, hoe ze hun leven inrichten en of ze het overleven. Als we over een paar jaar een redelijk aantal jongen gevolgd hebben, kunnen we conclusies trekken."

De winter door
Uit eerdere studies is gebleken de jongen eerst een poos rondzwerven nadat ze het nest verlaten hebben. "Ze leren waar het lucratief is om te verblijven en waar niet. Daar hebben ze een paar jaar de tijd voor. Rond oktober trekken ze naar Spanje. Daar is genoeg voedsel om de winter door te komen."

Home sweet home
"Een deel komt het jaar daarop al terug en een ander deel misschien later. Maar we weten dat ze de neiging hebben om uiteindelijk terug te keren naar de streek waar ze geboren zijn. Als we na een aantal jaar zien dat de gezenderde jongen zich in Nederland settelen, dan hebben we het bewijs dat de Nederlandse populatie afhankelijk is van de eigen productie."

Contact
opnemen