De uilenballen verraden het al: een paar ransuilen heeft zich genesteld in de boomgaard van Sienie Fischer-Elferink.
Een collega van Fischer-Elferink had uilenballen zien liggen. "We zijn al de hele tijd aan het kijken of we de uil ook zien. Gisteravond zag ik ineens twee kleintjes zitten", glundert Fischer-Elferink van Zorggroep de Hooimijt in Weerdinge.
Herkenbaar
De ransuil is herkenbaar aan zijn oranje ogen en de opgerichte oorpluimen. Ransuilen houden van open velden waar ze op veldmuizen kunnen jagen. Ze broeden vaak in oude nesten van eksters of kraaien. Tussen eind maart en half april legt het vrouwtje de eieren. De hoeveelheid nageslacht hangt af van de hoeveelheid beschikbaar voedsel. Met twee jongen is dit nest wat kleiner dan gemiddeld.
Zorgen
De jonge ransuilen zijn niet de enige dieren op de zorgboerderij van Fischer-Elferink. "Ik maakte me wel zorgen vanwege mijn twee katten, al zijn het niet zo'n goede jagers. Maar de uiltjes kunnen al vliegen want gisteravond vlogen ze naar een andere boom."
Na een week of drie verlaten de jongen het nest en klimmen ze in naburige boomkruinen. Nog zo'n twee weken later kunnen de jongen vliegen. De ransuiltjes op het erf van Fischer-Elferink zijn dus zeker ouder dan vijf weken.
Terugkeer
"Ik lees dat als ransuilen eenmaal ergens nestelen, de kans bestaat dat ze het jaar daarop weer terugkomen", vertelt Fischer-Elferink. Ransuilen zijn niet per se nesttrouw. Omdat ze gebruik maken van tweedehands nesten, kan een nest zomaar te krakkemikkig geworden zijn. Maar ze zijn vaak wel trouw aan de plek waar ze eerder een nest hadden. Wie weet heeft Fischer-Elferink volgend jaar weer een ransuilennest naast de deur.