Vijftien jaar geleden sloeg de Paddenstoelenwerkgroep Drenthe alarm: oude fijnsparrenbossen met bijzondere paddenstoelen dreigden te verdwijnen. Eeuwig zonde, vond de PWD, waarna in samenspraak met Staatsbosbeheer de belangrijkste sparrenpercelen veiliggesteld werden.
Het ging om 22 percelen met fijnsparren verspreid over de provincie. Donkere, vochtige sparrenbossen met een dikke laag mos op de bodem: bossen met een heel eigen microklimaat waar allerlei paddenstoelen baat bij hebben. Deze percelen zouden rustig oud mogen worden, er zou niets of bijna niets in gebeuren.
Bedreiging door letterzetter
Maar toen kwam de letterzetter en stierven de sparren op grote schaal af. Een bijzondere samenloop van omstandigheden, zegt Eef Arnolds van de Paddenstoelenwerkgroep: "Je stelt reservaten in en denkt: daar gaan we nou eens lekker niks doen en kijken hoe het zich ontwikkelt. En vervolgens komt die verdomde kever erin en zijn al je menselijke plannen niets meer waard. Dat heb ik er wel van geleerd."
Arnolds heeft samen met Rob Chrispijn onderzocht hoe de paddenstoelenreservaten er nu voor staan. Het beeld is genuanceerd: "In sommige reservaten is het sparrenbos voor 95 procent dood. Bijvoorbeeld vak 18A bij Ruinen: in 2019 was daar nog niets aan de hand. Twee jaar later was er geen sparrenboom meer in leven. Maar het reservaat in Veenhuizen ziet er heel goed uit".
Onduidelijkheid
Waarom het ene reservaat vrijwel weggevaagd is en het andere niet, is onduidelijk: "Ruinen stond op heel droge grond, dat is niet gunstig voor fijnsparren dus misschien waren ze daardoor gevoelig voor de letterzetter. Maar in Dwingeloo is een reservaat ook helemaal opgerold, en dat stond juist op vochtige grond."
Arnolds denkt daarom dat het een optelsom is: "Klimaat speelt mee, de sparren komen minder in winterrust, droogte, milde winters, stikstof en verzuring. Maar beheer zou ook een belangrijke rol kunnen spelen want het valt ons op dat er vooral veel letterzetters actief zijn op plekken waar veel gedund is of waar open plekken zijn gemaakt."
Toch is het volgens Arnolds belangrijk om de reservaten te behouden: "Die sparrenbosreservaten zijn er gekomen vanwege hun belang voor die paddenstoelen. Maar onze insteek is eigenlijk het hele systeem. We willen de variatie in het bos bewaren en daar horen die sparren bij. Dus dat je die oude sparrenbossen koestert als iets moois met alle paddenstoelen, insecten, vogels die erbij horen, en als bossen met een unieke belevingswaarde."
"Nu wordt vaak gezegd: het zijn exoten, ze horen hier eigenlijk niet, het is beter als je er inlandse loofbomen neerzet. Maar een bos met alleen maar inlandse loofbomen heeft ook een bepaalde eentonigheid. Zo'n sparrenbos voegt ook wat toe. Bovendien kun je zo'n sparrenbos nu laten afsterven en kijken hoe het verder gaat. In Nederland wordt bijna elke vierkante meter natuur beheerd. Het is dus ook een kans om te kijken: oké, een bos gaat dood en wat gebeurt er dan? Dus niets doen, maar dat is voor bosbeheerders vaak het alle moeilijkst."
Het hele onderzoek vind je hier.