Een slangensoort die ook in Drenthe voorkomt, is de ringslang. Boswachter Pauline Arends loopt langs het water van de ijsvereniging in Nieuw-Balinge. "En ze komen vooral hier voor," weet Arends. "Qua voortplanting doet de ringslang het ook net een beetje anders. En daarvoor zijn we hier."
De ringslang leeft in een waterrijke omgeving en is ook afhankelijk van water. Met een imposante lengte tot zo'n 1,20 meter is het de grootste slang die in Nederland voorkomt. Met ronde pupillen, gekielde schubben en kenmerkende gele en zwarte vlekken achter de kop is deze niet-giftige slang een opvallende verschijning.
Broeihopen
Arends opent een plastic bakje met witte lege schillen. Kleiner en anders gevormd dan eieren die we kennen van bijvoorbeeld kippen. "Kijk, hier zijn jonge ringslangen uitgekropen," vertelt Arends terwijl ze een eitje omhooghoudt. "Deze slang legt eieren, terwijl bijvoorbeeld adders levend worden geboren. En die eieren van de ringslang worden net voor de zomer gelegd in broeihopen. Die hopen moeten de eieren uitbroeden."
Fijn- en ruig materiaal
Iemand die alles van broeihopen weet, is Roelof Bisschop van de IJsvereniging Nieuw-Balinge. "Om de populatie een beetje te helpen en te stimuleren, hebben we broeihopen bij de ijsbaan gemaakt," vertelt Bisschop. "We leggen wat ruig en fijn materiaal door elkaar heen, bijvoorbeeld takken, bladeren en maaisel dat we hier aan de zijkant wegmaaien. En de hopen doen de rest."
Ongevaarlijk
De ringslang legt 20-30 eieren per legsel. Ondanks zijn grootte en kracht is de ringslang volkomen ongevaarlijk. Het is een meester in ontsnappingstechnieken. Zo misleidt de ringslang belagers door zich schijndood te houden. Ze zonnen op dijkjes in de buurt van water, waar ze jagen op amfibieƫn en andere gewervelde dieren waaronder vissen. Kortom, de ringslang is een bijzondere bewoner van onze waterrijke gebieden.