Dat het slecht gaat met de huismussen is een bekend probleem. In de afgelopen 25 jaar is de populatie van huismussen gehalveerd. Maar wat de terugloop van huismussen veroorzaakt, wordt nog onderzocht. Een onderzoek in Groningen en Drenthe is nu door de vondst van 25 jonge mussen weer een stapje dichterbij.
Onderzoeker René Oosterhuis is vorig jaar een onderzoek begonnen in Terheijl, vlakbij Nietap in de gemeente Noordenveld. Daar heeft Oosterhuis een omgeving bij een fruitbomenkwekerij gevonden waar veel huismussen voorkomen en in ideale omstandigheden kunnen leven. Naast de ideale leefomgeving onderzoekt Oosterhuis plekken waar het aantal jonge mussen het minder goed doet om vervolgens de twee plekken met elkaar te vergelijken.
Zoektocht naar de geringde mussen
Bij de bomenkwekerij in Terheijl ving en ringde Oosterhuis een jaar geleden 200 jonge huismussen. De jongen zette hij vervolgens weer uit om te onderzoeken waar ze heen zouden vliegen. 150 jonge mussen vlogen uit. "50 mussen zijn hier in dit gebiedje gebleven, 150 mussen zijn verdwenen en die moesten weer opgezocht worden. Dat was een behoorlijke klus."
Na een oproep bij RTV Drenthe en oplettende vogelspotters zijn nu, een jaar na het onderzoek, 25 jonge mussen teruggevonden. "Dat klinkt niet als heel veel, maar voor ons als onderzoekers is dat wel een heel mooi aantal. Het zijn kleine vogeltjes en de ringetjes die vallen ook niet heel erg op", vertelt Oosterhuis.
Oosterhuis is blij met de oplettende vogelspotters. "Kijk, hier op deze eigen plek kunnen we het onderzoek heel goed doen, maar ik kan moeilijk met een verrekijker bij andere mensen in de tuin gaan kijken. Dus dat we hulp hebben gekregen en dat mensen de moeite hebben genomen de informatie door te geven, daar zijn we heel blij mee."
Geen informatie uit Roden
Alle jongen zijn teruggevonden binnen een straal van ongeveer 2 kilometer vanaf de kwekerij. Vooral in de omgeving van Leek zijn veel geringde huismussen gespot. Oosterhuis hoopt dat een deel van de onontdekte mussen ook nog binnen die straal leeft. "Nog een ander deel zit denk ik in Leek. Nog een deel is al overleden waarschijnlijk, want mussen worden niet zo oud. Eigenlijk hopen we dat de mensen in Roden toch nog een keer goed in hun tuin gaan kijken. Roden ligt hier ook vlakbij en daar hebben we nog geen enkele melding van ontvangen en we verwachten toch dat daar ook mussen terechtgekomen zijn."
Uit de dertig teruggevonden huismussen en de mussen die leven bij de bomenkwekerij kan Oosterhuis al wel veel opmaken. "Het lijkt er heel erg op dat deze plek in Terheijl voor de mussen een soort uitvalsbasis is vanwaar heel veel mussen weer nieuwe plekken kunnen veroveren", legt hij uit.
Bestrating en uitheemse planten maken het de huismus lastig
Volgens Oosterhuis zijn drie dingen belangrijk voor huismussen: voedsel, beschutting zoals een heggetje of struiken en tot slot broedgelegenheid. Het verschil zit hem volgens Oosterhuis in de voorraad voedsel. "De jongen hebben insecten nodig. In dit gebied vinden we allemaal inheemse planten met veel insecten en dat is wat je toch veel minder ziet in bebouwd gebied en in woonwijken. Daar is veel bestrating en zijn veel tuinen met stenen. Als daar al planten staan, zijn het planten uit de andere kant van de wereld. Dan zijn de insecten niet meegekomen. Dus daar is veel minder te eten voor mussen. Dat eten is hier wel en dat maakt het grote verschil."
Heeft u in de omgeving van Leek, Nietap of Roden een mus gezien met gekleurde ring(en) om de poot? Mail het naar: reneoosterhuis@ziggo.nl.
Door: Josien Feitsma