De huismus is de meest getelde vogel in Drenthe tijdens de Nationale Tuinvogeltelling van afgelopen weekend. Dat blijkt uit cijfers van de Vogelbescherming. Ook landelijk werd de huismus het vaakst geteld.
In de Drentse tuinen werd bijna 34.000 keer een huismus gezien. Op plek twee volgt de koolmees, die ruim 15.000 keer is genoteerd. De Drentse top-3 wordt gecompleteerd door de pimpelmees, die bijna 11.000 keer is gesignaleerd. Op de landelijke lijst staat de merel juist op plek drie.
Tijdens de Tuinvogeltelling mochten mensen een halfuurtje in hun eigen omgeving tellen hoeveel vogels ze zien en dat vervolgens doorgeven. Tot nu toe is bekend dat meer dan 170.000 mensen meededen aan het telweekend. Zij gaven bij elkaar meer dan 2,4 miljoen vogels door, waarvan meer dan 450.000 huismussen. In Drenthe is bekend dat meer dan 5600 mensen deelnamen. Samen telden zij ruim 117.000 vogels.
Merel leeft weer op
Opvallend is dat de merel zich steeds meer laat zien, zo blijkt uit de telling. Het aantal merels in Nederland daalde de afgelopen jaren met 30 procent. "Na de uitbraak van het usutuvirus in 2016 werd deze zangvogel nog maar in twee derde van de tuinen gezien. Nu gaat het om driekwart van de tuinen. Het ziet er voorlopig dus gunstig uit. De komende jaren zal moeten blijken of het herstel doorzet", aldus een woordvoerder van de Vogelbescherming.
Dat de huismus opnieuw met kop en schouders boven de rest uitsteekt is geen verrassing, meldt de Vogelbescherming. "Huismussen leven in grote groepen, waardoor deze soort in absolute aantallen standaard op de eerste plek eindigt."
Drentse resultaten tijdens Nationale Tuinvogeltelling
1. Huismus 33.957
2. Koolmees 15.209
3. Pimpelmees 10.718
4. Merel 9.368
5. Vink 8.710
6. Roodborst 4.398
7. Houtduif 3.974
8. Ekster 3.630
9. Spreeuw3.573
10. Gaai 2.991