Hoogeveen wordt vandaag uitgeroepen tot 'Bijvriendelijke gemeente'. Dat betekent dat de gemeente goed op weg is om de bij - en ook andere insecten - een betere leefomgeving te bieden.
Hoogeveen en bijen hebben een rijke geschiedenis. In de zeventiende eeuw was Hoogeveen eigenlijk dé bijenhoofdstad van Nederland. Hoe kwam het zover?Boekweit
"Wij hadden de bijen keihard nodig om van een arbeidersgebiedje, waar alleen maar wat arbeiders konden wonen, een leefbare kolonie te maken", weet de Hoogeveense historicus Albert Metselaar.
"Als Hoogeveen in 1636 een kolonie wordt, wordt toestemming gegeven tot de veenboekweitcultuur. Omdat er te weinig landbouwgrond was, mocht er landbouw gepleegd worden op het zogeheten bovenveen. Boven op het veen dus. Dat was nieuw in Nederland."
De boekweitplant (foto: pixabay.com)
Boekweit is een plant uit de duizendknoopfamilie. Het wordt geteeld voor zijn zaden, waar je boekweitmeel van kunt maken. Van het meel kun je weer van alles maken, bijvoorbeeld pannenkoeken.
"Bij boekweit heb je zo veel bloempjes en zo veel bevruchting nodig, dat je ook aan bijencultuur moet doen. Op het moment dat de boekweitcultuur wordt toegestaan, krijg je er automatisch ook de bijenteelt en dus de honingwinning bij", aldus historicus Metselaar. "De hoofdzaak was dus de boekweit, maar geen boekweit zonder bijen. Die waren keihard nodig."
Einde van de boekweitcultuur
De boekweitcultuur in Hoogeveen zou duren tot ongeveer 1850. "Zolang we bovenveen hadden, werd er boekweit verbouwd. Rond 1880 was zo'n beetje alle turf vergraven. Dan eindigt de boekweitcultuur. Het wordt dan nog wel in Nieuwlande en verderop verbouwd."
Gevolg is dat de bijenhouders moeten overschakelen op andere vormen. Toch blijven er verschillende imkers in Hoogeveen en omgeving zitten. Vaak draaien ze een 'behoorlijke omzet' volgens Metselaar.
Honinghandel
Een paar honderd jaar lang was Hoogeveen dus een belangrijke speler op het gebied van de productie van honing. Of het daarmee ook een van de grootste exporteurs van honing was, kan Metselaar niet beoordelen.
Honing was een belangrijk exportproduct in Hoogeveen (foto: Lex van Lieshout/ANP XTRA)
"Dit soort uitspraken kun je niet zomaar doen. Dan zul je allerlei gegevens naast elkaar moeten leggen en met elkaar moeten vergelijken. Hoogeveen was in honingland een belangrijke exporteur. Het gaat dan niet alleen om export naar het buitenland, de honing werd ook binnen Nederland verhandeld. Wat je ook zag, was dat bijenhouders van elders hier naartoe kwamen om honing te winnen. Ieder jaar gingen er wel een paar schepen met korven op en neer."
Uniek
De veenboekweitcultuur was aanvankelijk uniek voor Hoogeveen. "Het is hier begonnen. Daarna is het overgeslagen op alle veengebieden, inclusief Duitsland. En wie nu klaagt over paasvuren, mag ontzettend blij zijn dat we nu niet meer doen aan de veenboekweitcultuur. De boekweit werd altijd in de brand gestoken. De bovenlaag moest smeulen, want dat geeft weer vruchtbare grond."
Het branden van de boekweit zorgde volgens Metselaar voor zoveel rookontwikkeling, dat over heel Noord-Europa een rooksluier kwam te liggen.
Wapen
Dat Hoogeveen en de bij dankzij de boekweit onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden, kun je nog altijd terugzien in het wapen van Hoogeveen. Daarop zie je turf en honing; ooit de belangrijkste inkomstenbronnen.
Het wapen van Hoogeveen met turf en honing (foto: Wikipedia)
Verder herinnert tegenwoordig nog maar weinig aan het bijenverleden van Hoogeveen, zegt Metselaar. Wel heeft de gemeente nog altijd een bijenvereniging die de cultuur in stand houdt: de Heidebloem.
Bijvriendelijke gemeente
En vanaf vandaag is Hoogeveen dus officieel een bijvriendelijke gemeente; iets wat het in een inmiddels ver verleden dus ook al was. Nederland Zoemt, waarin verschillende natuurorganisaties zijn verenigd, reikt de titel uit aan de gemeente.
De bij is tegenwoordig veel in het nieuws, omdat het niet goed gaat met het beestje. Er zijn grote zorgen om het voortbestaan van de bij en daarom moeten de leefomstandigheden worden verbeterd, zegt onder meer de Nederlandse Bijenhoudersvereniging.
Het gaat tegenwoordig niet heel goed met de bij (foto: Robin van Lonkhuijsen/ANP)
Vorige week is er een Europees burgerinitiatief gestart. 'Red de bij' heet het. De organisatoren krijgen een jaar de tijd om een miljoen handtekeningen uit minstens zeven EU-landen te verzamelen. Als dat lukt, moet de Europese Commissie binnen drie maanden besluiten of ze er werk van gaat maken.
Tot slot nog even terug naar Hoogeveen. Naar de tuin van historicus Albert Metselaar. Daar doet hij zijn best om de bijentraditie van Hoogeveen in stand te houden. "Bij mij in de tuin is het zo dat alle soorten wilde bijen ruim de kans krijgen. Het bloeit hier het hele jaar door. Ik heb mijn planten er speciaal op uitgezocht."
Door: Wolter Klok