De Drentse bermen staan er vol mee: jacobskruiskruid. Door boeren gevreesd omdat het giftig is voor vee en door rupsen van de sint-jacobsvlinder juist smakelijk opgepeuzeld. Maar dit is niet de enige gele soort die de berm opvrolijkt.
Het jacobskruiskruid is lid van het kruiskruid-geslacht, een van de grootste plantengeslachten op aarde met zo'n vijftienhonderd tot tweeduizend soorten. De naam van het geslacht, Senecio, betekent grijsaard en verwijst naar een kenmerk van dit geslacht: de uitgebloeide bloemhoofdjes met dicht zaadpluis.
Verdediging
Alle soorten kruiskruid die in ons land voorkomen zijn giftig. Dat is de reden dat boeren het kruid bestrijden: komt het kruid terecht in het hooi van koeien en paarden, dan kunnen ze er ziek van worden. Het gif is bedoeld als verdediging tegen vraatzuchtige insecten. Een van de weinige soorten die zich daar niks van aantrekken is de rups van de sint-jacobsvlinder.
(de tekst gaat verder onder de foto)
Klein maar fijn
Andere soorten kruiskruid die in onze provincie voorkomen zijn klein kruiskruid, boskruiskruid, schaduwkruiskruid en waterkruiskruid. Het klein kruiskruid heeft ook gele bloemen maar is een stuk subtieler dan het jacobskruiskruid en het is overal te vinden, in de berm en zelfs tussen straatstenen. De plant bloeit bijna het hele jaar door. Door het vlezige karakter is de plant redelijk bestand tegen droogte en vorst.
Verschillende soorten
Het boskruiskruid lijkt sterk op het klein kruiskruid maar de planten worden een stuk groter, tot een meter hoog, en zijn behaard. Het is te vinden in lichte bossen en langs de bosrand. Het schaduwkruiskruid komt in Zuid-Limburg en in de omgeving van Nijmegen voor, verder is het zeer zeldzaam. In Drenthe kun je het alleen bij het Noordlaarderbos vinden. Dit kruiskruid heeft grote langwerpige, getande bladeren en gele bloemen in schermachtige pluimen.
(de tekst gaat verder onder de foto)
Waterkruiskruid
In de Drentsche Aa vind je waterkruiskruid. De moerasplant wordt tot ruim een meter hoog en bloeit van juni tot in augustus. De plant komt voor in natte weilanden, bermen, langs waterkanten en in lichte bossen. Het is een van de andere kruiskruidsoorten waar de rups van de sint-jacobsvlinder op leeft. In het noorden van het land komt de plant nog redelijk algemeen voor maar in het zuiden wordt het al minder.
(de tekst gaat verder onder de foto)
Medicijn
Een andere bermplant, geen kruiskruid maar wel giftig, is het boerenwormkruid. De plant dankt zijn naam aan het feit dat het vroeger gebruikt werd als medicijn tegen wormen. Je ziet het kruid ook terug in graslanden waar het vee er met een boog omheen loopt. De bloemen lijken op knoopjes en bloeien tot ver in de herfst. De planten groeien in groepen doordat de stengels uit een wortelstok komen.
Bijzonder bijtje
De grote wederik kan in de berm staan, maar komt ook voor in moerasachtige gebieden, langs oude rivierlopen en kanalen en in vochtige loofbossen. De plant bloeit in juli en heeft bloemen waar een bijzonder bijtje op afkomt, de slobkousbij. Het vrouwtje haalt stuifmeel en olie uit de plant voor de larven. Het mannetje patrouilleert boven de plant op zoek naar een vrouwtje. De plant is niet geschikt als nectarplant.