Het gaat goed met de Drentse oehoes. Er zijn dit jaar vijf nesten gevonden, waarbij in ieder geval zeven jongen zijn groot geworden. Inmiddels hebben oehoes ook bedrijfsterreinen als broedgebied ontdekt, dus wie weet hebben we binnenkort de eerste stadsoehoes in Drenthe.

Oehoes zijn grote vogels, maar toch is het niet altijd makkelijk om zeker te weten hoeveel er nou echt gebroed hebben. Volgens oehoe-onderzoeker Hans Hasper zijn er dit jaar in ieder geval acht territoria geweest, maar het is de vraag of dat ook allemaal broedsels heeft opgeleverd. Zo is in het Drents-Friese Wold dit jaar geen nest gevonden, terwijl daar sinds 2019 oehoes zitten die ook een paar keer succesvol gebroed hebben.

Niet ieder nest succesvol

Ondertussen zitten de oehoes wel verspreid over de hele provincie, alleen het noorden lijkt nog onbezet. Vast staat dat er in drie van de vijf gevonden nesten jongen groot gebracht zijn. Dat is het paartje in Midden-Drenthe niet gelukt: dat had wel een jong, maar die vogel is later dood gevonden op enkele honderden meters van het nest. Hoe dat zo gekomen is, is niet bekend.

Bij een bedrijf in Zuid-Drenthe werd een nest gevonden met eieren, maar het is niet duidelijk of dat broedsel gelukt is. Soms duurt het ook heel lang voor een paar succesvol jongen groot brengt. Zo zitten er bij een bedrijf in West-Drenthe al zeven jaar oehoes op een silo, maar dit jaar hebben ze voor het eerst jongen groot gebracht.

Volgens Hasper laat dit broedgeval zien hoe flexibel oehoes zijn. "Ze hebben alleen rust en prooien nodig." Die rust is wel relatief, het gaat om niet onverwacht gestoord worden. "Als het maar voorspelbaar is, dan kunnen ze heel wat hebben. In Midden-Drenthe broeden ze op een bedrijfssilo, daar wordt elke dag tegenaan gebonkt. Dat is een bult herrie, niet te geloven. Maar dat is dus geen enkel probleem. Als er dan op zondag een drone overvliegt, is het mis", zegt Hasper.

"Ik zie het ook in Duitsland: waar ze vooral in groeven broeden. Daar rijden shovels op een paar meter langs, dat maakt ze niet uit. Maar als op een rustige zondag crossmotoren langs komen, kunnen ze daar niet tegen", legt de onderzoeker uit.

Vossen, lammetjes en een broertje of zusje

Dankzij het aanpassingsvermogen gaat het zo goed met de oehoe, zegt Hasper. Hij ziet dat ze in Duitsland niet alleen meer in steengroeves zitten, maar ook op roofvogelnesten op de grond en gebouwen.

Een andere oorzaak is dat ze overal op jagen, weet Hasper. "Ze vreten alles: hazen, ratten en eekhoorns. Vlak over de grens vonden we een lammetje als prooi, al is het natuurlijk altijd de vraag of hij dat levend gevangen heeft. Jonge vossen hebben we als prooi gevonden, reekalfjes en ook allerlei roofvogels: een buizerd, wespendief en zelfs de boomvalk."

"Wat ik in Duitsland wel zag, was dat ze het eerste jaar alle plaatselijke buizerds ophaalden, maar daarna werden die territoria toch weer bezet dus ze eten niet alles op."

Bijzonder is ook de vondst van een oehoe-ring in een oehoe-braakbal: "Daar is dus een jong opgegeten door één van de ouders of door een broertje of een zusje."

Stadsoehoes

Gezien het aanpassingsvermogen van de oehoe - kunnen we dan binnen niet al te lange tijd oehoes in Assen en Emmen verwachten? Hasper verwacht van wel. "Je ziet dat in Duitsland nu overal. Daar broeden ze ook in Hamburg, Nordhorn en bijvoorbeeld op de kerk van Haselhünne."

Lees ook:

• Opgelapte oehoe weer terug in Drenthe
• Jonge oehoe geringd: 'Wil je iets beschermen, dan moet je er alles van weten'
• Wildcam: Bruine ratten op het menu van de oehoe